Praktijkgebieden: Arbeidsrecht
Gisteravond, het zal u niet ontgaan zijn, is er een sociaal akkoord bereikt.Veel is in dit stadium nog onduidelijk, de plannen zijn dan ook nog maar pril. Maar wel tekent zich al af dat voor wat betreft het arbeids- en ontslagrecht de oorspronkelijke ideeën in het regeerakkoord van het huidige kabinet grotendeels verlaten worden. In volgelvlucht een aantal van de belangrijkste uitkomsten, die op 1 januari 2016 in werking zouden moeten treden:OntslagHet ontslagrecht zal volledig geregeld worden in het Burgerlijk Wetboek, het BBA – dat een vergunning verplicht stelt voor het beëindigen van een arbeidsovereenkomst – verdwijnt.De route langs het UWV echter verdwijnt niet, het UWV zal actief blijven, maar het is nog niet duidelijk of dat als “vergunningverlener” zal zijn of als “adviesinstantie” zoals het regeerakkoord had bedacht. Het UWV wordt de (enige) weg voor ontslag op bedrijfseconomische gronden, de kantonrechter moet (exclusief) worden aangezocht wanneer het gaat om in de persoon gelegen aanleiding, zoals een verstoorde arbeidsrelatie. Daarmee komt een einde aan het huidige duale ontslagstelsel. kantonrechter en UWV krijgen ieder ene eigen rol. De werkgever die bij het UWV niet het advies of de beslissing krijgt waarop hij hoopte kan alsnog ontbinding verzoeken van de arbeidsovereenkomst. Van de beslissingen van de kantonrechter is hoger beroep en cassatie mogelijk. Dit is een langgekoesterde wens van bijna alle arbeidsrecht juristen.TransitievergoedingHet wordt uitdrukkelijk de bedoeling dat de verschillen in compensatie die nu bestaan tussen de verschillende ontslagroutes verdwijnen. De verwachte beperking van de ontslagvergoeding komt er inderdaad: Bij één of meer dienstverbanden, óók tijdelijke!, van in totaal twee jaar of langer betaalt de werkgever bij ontslag een transitievergoeding van maximaal € 75.000,-, of maximaal een jaarsalaris als dat hoger is. De transitievergoeding bedraagt over de eerste tien dienstjaren één derde van een maandsalaris per dienstjaar en vanaf de jaren na het tiende dienstjaar een half maandsalaris per dienstjaar.Voor werknemers van 50 jaar en ouder geldt tot 2020 overgangsrecht. De transitievergoeding voor 50-plussers met tien dienstjaren wordt gesteld op één maand per dienstjaar na hun vijftigste, maar dan weer niet in kleine bedrijven.De vergoeding kan lager uitvallen wanneer het bedrijf van de werkgever in zwaar weer verkeert, en ook verrekening met uitgaven voor scholing (etc) lijkt nog niet van de baan. Maar die beperking wordt afgezwakt, de kantonrechter houdt de mogelijkheid om een hogere of lagere ontslagvergoeding toe te kennen bij ernstige verwijtbaarheid van werkgever of -nemer. Aan deze correctiemogelijkheid wordt geen maximale grens gesteld. De kans dat dit ertoe zal leiden dat de ontslagvergoeding alleen beperkt wordt voor bedrijfseconomische ontslagen lijkt zeker aanwezig.Tijdelijke contracten.Nu mag een werkgever een werknemer nog voor een periode van maximaal drie jaar tijdelijke contracten aanbieden dat wordt straks een periode van twee jaar. Ook als tussen twee tijdelijke contracten een periode van zes maanden verstrijkt tellen beide contracten nog mee voor de maximale keten van drie contracten binnen twee jaar. De mogelijkheid om bij cao van deze “ketenregeling” af te wijken wordt beperkt. Voor tijdelijke contracten van zes maanden of korter kan geen proeftijd meer worden afgesproken, en ook kan in een tijdelijk contract geen concurrentiebeding meer worden opgenomen, behalve voor (te motiveren) uitzonderingssituaties.
De veranderingen zijn fors, zoveel moge duidelijk zijn. Ten opzichte van het regeerakkoord lijkt het huidige akkoord in ieder geval absoluut een verbetering. In de nabije toekomst zal ongetwijfeld méér duidelijk worden, en het laatste woord over de nieuwe regels is dan ook nog niet gesproken, zeker niet in deze blog!
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.