Praktijkgebieden: Arbeidsrecht
Bij veel mensen lijkt het idee post te hebben gevat dat een concurrentiebeding niet zo heel veel voorstelt. Vaak wordt aangenomen dat een werkgever, als puntje bij paaltje komt, de werknemer niet aan het beding zal houden. Of dat, als hij dat wel zou willen doen, de rechter daar een stokje voor zal steken.
Dat idee is niet terecht.Het is waarschijnlijk ingegeven door het feit dat er vrij strenge eisen worden gesteld aan een concurrentiebeding, en dat het nog wel eens wil voorkomen dat een werkgever niet goed kan uitleggen waarom hij een vertrekkend werknemer aan het concurrentiebeding wil houden. Maar een werkgever die dat wél kan, en een bij zijn belangen passend beding overeenkwam met zijn werknemer, kan rekenen op een serieuze belangenafweging door de rechter, die regelmatig wel degelijk in zijn voordeel uitvalt.
Daar komt bij dat de laatste jaren wat minder strenge eisen lijken te worden gesteld aan concurrentiebedingen. Zo gold tot tamelijk recent bij voorbeeld dat een beding zijn geldigheid verloor wanneer de werknemer van functie veranderde zonder dat daarbij expliciet werd vastgelegd dat het concurrentiebeding zijn geldigheid behield. Aan die eis wordt tegenwoordig niet meer zo zwaar getild: alleen als sprake is van een héél andere functie (dus niet van een normaal te verwachten carrièrestap), én wanneer de werknemer kan aantonen dat het beding als gevolg van de functiewijziging hem veel sterker hindert bij het vinden van een nieuwe werkkring kan, zo oordeelde de Hoge Raad in 2007 het zgn “AVM arrest”, het gevolg zijn dat het concurrentiebeding niet meer geldig is.
Hoe lankmoedig een rechter een concurrentiebeding kan bezien bleek recent uit een oordeel van het Haagse gerechtshof: daar was aan de orde een concurrentiebeding dat niet zo heel lang geleden de toets der kritiek niet zou hebben kunnen doorstaan. Het luidde namelijk:
“8a. Het is de werknemer niet toegestaan tijdens het dienstverband of tot 5 jaar erna, zonder schriftelijke goedkeuring van de werkgever, direct of indirect belang te hebben bij werken of aanbestedingen van/of leverancier of diensten die aan of door de werkgever wordt verricht.(…)8c. Het is de werknemer verboden belangen te hebben bij ondernemingen of zaken die werkzaam zijn op het terrein waar werkgever werkzaam is of dergelijke ondernemingen of zaken met raad en daad bij te staan”.
Het Hof had er echter geen moeite mee te concluderen dat het de vertrokken werknemer duidelijk had moeten zijn dat met “belangen hebben bij” bedoeld werd dat het hem verboden was bij een directe concurrent in dienst te treden. Evenmin tilde het Hof aan een geldigheidstermijn van vijf jaar, omdat de werkgever had aangegeven genoegen te willen nemen met twee jaar; of aan het feit dat “het terrein waar werkgever werkzaam is” niet nader was gespecificeerd, omdat de werkgever dat later alsnog had gedaan.En tenslotte werd onder verwijzing naar de veranderde inzichten voor wat betreft functiewijzingen geoordeeld dat de werknemer, die zich daarop had beroepen, onvoldoende aannemelijk had gemaakt dat het beding door eventuele functiewijzigingen zwaarder was gaan drukken, zodat hij onverminderd aan het beding gebonden bleef.
Zonder nu te willen zeggen dat er helemeel geen standaarden meer zijn waaraan concurrentiebedingen getoetst worden, is het goed om er (nog eens) op te wijzen dat deze bedingen gevaarlijker zijn dan vaak wordt aangenomen. Deze werknemer kreeg een verbod opgelegd tot het uitoefenen van zijn werkzaamheden bij zijn nieuwe werkgever, op straffe van een forse dwangsom.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.