Praktijkgebieden: Arbeidsrecht
In deze tijden helaas een actueel gegeven is dat er nogal wat arbeidsovereenkomsten eindigen. Meestal gebeurt dat, óók als de achtergrond een reorganisatie is, in onderling overleg; werkgever en werknemer komen een vertrekregeling overeen.Partijen onderhandelen over een door de werknemer te ontvangen vergoeding, geheimhouding en andere aangelegenheden. De beëindigingdatum speelt uiteraard ook een rol, meestal omdat de werknemer er – terecht – op aandringt dat de opzegtermijn in acht wordt genomen.De werknemer wil tenslotte wel per de datum waarop hij werkloos wordt een WW uitkering kunnen ontvangen.Een ander aspect van de WW wordt gemakkelijk over het hoofd gezien, maar kan, zeker voor mensen die zo rond de vier/vijf jaar gewerkt hebben, grote gevolgen hebben:
De standaard WW uitkering duurt drie maanden. Om voor een langere uitkering (tot maximaal, met dank aan het nieuwe regeerakkoord, drie jaar en twee maanden) in aanmerking te komen moet een werknemer voldoen aan wat in de volksmond de “vier-uit-vijf-eis” wordt genoemd: hij moet in de vijf jaar voorafgaand aan zijn eerste werkloosheidsdag, in tenminste vier jaren loon hebben ontvangen – en wel over tenminste 52 dagen.De kneep zit m erin dat het hier gaat om kalenderjaren: wie in de komende laatste maanden van 2010 werkloos wordt, moet dus voor wat betreft de beoordeling van zijn arbeidsverleden kijken naar de kalenderjaren 2005 tot en met 2009. Het kalenderjaar 2010 legt geen enkel gewicht in de schaal! Voor mensen die pas in 2006 in dienst zijn getreden (of nog in 2005, maar in dat jaar het minimum aantal dagen niet heeft gehaald) kan dat betekenen dat ze er beter voor kunnen zorgen dat ze niet nog in 2010 werkloos worden, maar de eerste werkloosheidsdag opschuiven tot – bij voorbeeld – 1 januari 2011.
Dit kan zeker voor oudere werknemers een fors verschil maken: wanneer ze aan deze “vier-uit -vijf-eis”voldoen, is de uitkeringsduur voor een belangrijk deel afhankelijk van hun leeftijd.Een vijftiger die in 2006 (weer) in loondienst is gaan werken kan door in te stemmen met een beëindiging in 2010 zo maar twee jaar uitkering mislopen. Toch iets om rekening mee te houden, zo in de laatste maanden van dit jaar!
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.