Praktijkgebieden: Arbeidsrecht
Vandaag heeft het Ministerie van SZW een persbericht uitgezonden waarin ronkend wordt opgegeven over het grote succes van de Arbeidsinspectie bij het bestrijden van de inzet van illegalen door werkgevers. Dat is verboden op grond van de Wet Arbeid Vreemdelingen. Sinds vijf jaar (1 januari 2005) legt namelijk de Arbeidsinspecties boetes op, waar daarvoor overtredingen van de WAV werden bestraft door de strafrechter. Het opleggen van boetes is, zo stelt het persbericht véél succesvoller dan strafrechtelijke vervolging en bestraffing.
Dat laat zich natuurlijk raden. Behalve dat politie en OM wel andere zaken aan het hoofd hebben dan aspergestekers zonder paspoort vormt de strafrechter zelf uiteraard een vervelend obstakel bij het efficient bestraffen van overtreders; zo'n rechter houdt maar rekening met allerlei omstandigheden en achtergronden van daad en dader. Dat schiet niet op.
Het boetebeleid van de Minister blonk dan ook uit door eenvoud: 8.000 euro per overtreding (4.000 voor particulieren), en alleen als je er écht he-le-maal niets aan kon doen kon de boete worden verminderd. Het persbericht noemt dan ook trots “de standaard boetehoogtes” een belangrijke reden voor het succes van de arbeidsinspectie.
Wat het perbericht wijselijk verzwijgt is dat de Afdeling Rechtspraak van de Raad van State, de hoogste bestuurlijke rechter, in juni jl dit boetebeleid zonder pardon naar de prullenbak heeft verwezen.Het rekening houden met omstandigheden bij het formuleren van straffen (inclusief de bestraffende boetes) is namelijk niet een soort vreemde hobby van de Nederlandse strafrechter maar een keiharde verplichting op grond van (onder meer) het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens: wij burgers hebben recht op een eerlijk proces en dat betekent dat de hoogte van de straf moet passen bij de ernst van wat je hebt gedaan (evenredigheid heet dat). Een lijstje met kant en klare straffen waar niet van wordt afgeweken hoort in een rechtstaat niet thuis.Succesvol was het beleid dus wel, maar ook in strijd met de rechten van de mens. Een iets bescheidener houding had de Minister wellicht gepast.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.