Praktijkgebieden: Vennootschapsrecht
In deze tijden richten veel bedrijven zich nog meer dan voorheen op het binnenhalen van opdrachten. Al dan niet gestuurd door bonussen proberen vertegenwoordigers omzet te scoren. In plaats van het binnenhalen van omzet zouden veel bedrijven er verstandiger aan doen om teams te zetten op het binnenhalen van reeds gefactureerde omzet. De post debiteuren. Natuurlijk, het is minder sexy want het werk is al gedaan maar het is toch ook fijn als het geld dat tegenover de al geleverde prestatie staat, ook daadwerkelijk op de bankrekening binnenkomt.
Als te lang wordt gewacht met een actief incassobeleid, vergroot dat voor de crediteur de kans dat zijn debiteur inmiddels in staat van faillissement is verklaard. Betekent dat dan zijn vordering niet meer bestaat? Nee, dat niet, maar wel dat de kans dat de crediteur nog enige uitkering zal verkrijgen van deze debiteur gering is. Hoe kan dat?
Het belangrijkste gevolg van een faillissement voor schuldeisers is, dat zij zelf geen actie meer kunnen ondernemen om betaling van hun vordering te verkrijgen. Zij moeten afwachten of zij, na afwikkeling van het faillissement, enige uitkering van de curator ontvangen. Tijdens het faillissement kunnen geen nieuwe beslagen worden gelegd. Het door een crediteur zelf reeds gelegde beslag komt met het uitspreken van het faillissement automatisch (`van rechtswege`) te vervallen.
De curator is belast met de afwikkeling en zal de bezittingen van de gefailleerde (onderneming) te gelde proberen te maken om de opbrengst daaruit ('uit de boedel') te verdelen onder diens schuldeisers.
Uit de boedel worden allereerst de boedelschulden voldaan. Dit zijn, in beginsel, de schulden die noodzakelijkerwijs moesten worden gemaakt om het faillissement te kunnen afwikkelen. Hieronder vallen onder meer de kosten van de curator, gemaakte taxatiekosten, huurtermijnen na de faillissementsdatum, kosten van levensonderhoud van de gefailleerde en het salaris dat werknemers gedurende de opzegperiode ontvangen. Pas na betaling van deze boedelschulden kan – als er nog actief resteert – worden begonnen aan betaling van de schulden die al op de faillissementsdatum bestonden.
Deze crediteuren zijn voor de wet in principe gelijk (de 'paritas creditorum') maar de wet maakt een aantal uitzonderingen en geeft sommige crediteuren voorrang. In de praktijk profiteren vooral de overheid (Belastingdienst) en semi-overheid (UWV) van de voorrangsregels, omdat zowel belastingen als werknemerspremies onder de bevoorrechte (preferente) vorderingen zijn gerangschikt. Slechts in ca. 5% van alle faillissementen is er voldoende actief om een uikering aan overige (concurrente) schuldeisers te doen.
Dit schrikbarend lage percentage geeft het belang aan van een actief debiteurenbeleid. Naast een actief incassobeleid kunnen verschillende constructies worden gebruikt om de positie van de crediteur te versterken. In onze blogs is al eerder geschreven over het eigendomsvoorbehoud, het retentierecht, het pand– en hypotheekrecht en het recht van reclame. Toch geldt ook ten aanzien daarvan dat alert reageren op ontwikkelingen bij uw debiteuren de voorkeur verdient boven een discussie met een curator over de rechtsgeldigheid van een door de crediteur toegepaste constructie.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.