Praktijkgebieden: Arbeidsrecht
Voortdurend horen we dat het met het automatisme om op je 65e verjaardag met pensioen te gaan afgelopen zou moeten zijn. Alle uitingen in pers en kamer ten spijt is echter het beeindigen van de arbeidsrelatie wegens het bereiken van de 65 jarige leeftijd nog steeds de norm, in ieder geval voor ambtenaren.
Dat ondervond een ambtenaar van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat die bezwaar maakte tegen zijn ontslag per januari 2007. De man hield van werken, dat blijkt reeds uit het feit dat hij ruim tien maanden aan verlof had opgespaard in de loop der jaren. Hij had zijn werkgever aangeboden full time in dienst te blijven na de voorgenomen ontslagdatum, maar deze liet weten daar geen gebuik van te zullen maken.
Het ministerie volgde het Besluit vaststelling leeftijdsgrens openbare functies van 13 september 1945. Dat besluit stelde dat “behoudens in zeer bijzondere gevallen” ambtenaren bij hun 65e verjaardag ontslagen worden. En waar dat besluit behoorlijk oud was (bijna zo oud als de ambtenaar) en achterhaald genoemd kon worden – het is kort na zijn ontslag geschrapt – stelt de veel recentere Wet gelijke behandeling bij de arbeid op grond van leeftijd dat het beëindigen van een arbeidsverhouding van een ambtenaar in verband met het bereiken van de leeftijd waarop op grond van de Algemene Ouderdomswet recht op ouderdomspensioen ontstaat géén discriminatie is.
De ambtenaar vond echter dat die bepaling “gezien de maatschappelijke ontwikkelingen” niet langer objectief gerechtvaardigd, en daarmee onder meer in strijd was met een Europese Richtlijn terzake vam leeftijdsdiscriminatie. Hij wees bij voorbeeld op de recente ontwikkeling dat het beleid inmiddels – sinds enkele maanden na zijn ontslag!- inhield dat rijksambtenaren die dat wilden na hun 65e konden doorwerken.
Helaas voor de ambtenaar had inmiddels het Hof van Justitie in oktober 2007 een uitspraak gedaan waaruit bleek dat dat Hof 65 als standaard persioenleeftijd acceptabel acht.
Ook de rechtbank oordeelde dat nu zelfs in de circulaires van het Rijk waarin doorwerken door 65-plussers, ook bij het Rijk, werd gepromoot werd gesteld dat pensioen bij 65 gebruikelijk en geaccepteerd is, de bepalingen uit het (ingetrokken) Besluit en in de Wet gelijke behandeling op grond van leeftijd bij de arbeid niet discriminatoir of in strijd met de grondwet waren.
Het ontslag hield stand.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.