Praktijkgebieden: Arbeidsrecht
Het vraagteken mag zo langzamerhand wel uit de titel van deze serie bijdragen verdwijnen. Sinds de laatste blog over dit onderwerp is de aanbiedingsbrief van minister Donner aan de STAR gepubliceerd en daaruit blijkt dat het hem ernst is.Wat er exact van de plannen overblijft is natuurlijk de vraag, maar dát het ontslagrecht gewijzigd wordt staat eigenlijk wel vast.
Het meest schokkend vond ik bij lezing van de brief dat ontslagvergoedingen volgens dit plan niet alleen gemaximeerd zullen worden, maar dat de correctiefactor in feite verdwijnt: Iedere werknemer waarvan een werkgever afscheid neemt heeft in principe recht op de zelfde vergoeding van één maandsalaris voor ieder gewerkt jaar (met een maximum, dus). Niet langer kan dan een rechter aan een werknemer waarvan de werkgever “schoonheidsfoutjes” heeft gemaakt in de aanloop naar de beeindiging een wat hogere vergoeding meegeven dan de werknemer die (op gelijke gronden ontslagen) keurig is behandeld. En niet langer kan de werknemer die er bewust met de pet naar gegooid heeft dat vertaald zien in een wat lagere vergoeding dan zijn collega die wel keihard heeft gewerkt.
De bedoeling is namelijk dat er maar drie mogelijke vergoedingen over blijven: de “standaard”vergoeding, het dubbele daarvan, of niets. De dubbele vergoeding zal verschuldigd zijn wanneer de werkgever zich “ernstig verwijtbaar” heeft gedragen, er zal géén vergoeding verschuldigd zijn wanneer het ontslag het gevolg is van bedrijfseconomische omstandigheden, of wanneer het de werknemer was die zich “ernstig verwijtbaar” heeft opgesteld. Van (verdere) nuancering zou dus in de toekomst geen sprake meer kunnen zijn: excessen daargelaten staat vast wat de disfunctionerende, danwel wegens een conflict of verstoorde samenwerking ontslagen werknemer meekrijgt.
De rechter wordt daarmee vergaand buiten spel gezet. Bewust, want, zo laat de minister weten, rechterlijke procedures hebben niet altijd voorspelbare uitkomsten tot gevolg. Nee, dat haalt je de koekoek! Rechters hebben nu tot taak in gevallen waarin daartoe aanleiding bestaat “naar billijkheid” een vergoeding toe te kennen. Op die manier wordt, al naar gelang, goed gedrag beloond en slecht bestraft. Straks zou daarvan nauwelijks sprake meer kunnen zijn. Wat dit zou betekenen voor de onderlinge verhoudingen binnen organisaties moet met angst en beven tegemoet worden gezien…
Wordt ongetwijfeld vervolgd.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.