Praktijkgebieden: Arbeidsrecht
Het kabinet is “toch nog onverwacht” gekomen met plannen voor ingrijpende wijzigingen in het ontslagrecht. De voorstellen worden op 27 juni as op de zgn participatietop besproken met werkgevers en vakbeweging. Na het vastlopen van besprekingen in de SER vorig jaar, en gezien de uitingen van regeringspartij PvdA werd hier eigenlijk niet meer op gerekend.Hoe de plannen er exact uitzien is nog niet duidelijk, maar kennelijk wil het kabinet in ieder geval een einde maken aan de zogeheten kantonrechtersformule, die kantonrechters bij ontbindingen van arbeidsovereenkomsten toepassen. Werkgevers vinden de vergoedingen die uit deze formule voortvloeien nu te hoog.De hoogte van de ontslagvergoeding dient volgens de plannen voortaan in de wet vast te worden gelegd. Ook wordt een maximum bepaald van – afhankelijk welke bron je raadpleegt – € 75.000 of € 90.000; voor oudere werknemers zal dit maximum (voorlopig) hoger zijn.
Een andere belangrijke wijziging die het kabinet voorstaat is dat voortaan iedere ontslagen werknemer recht op een beëindigingvergoeding zal hebben; nu kan alleen de kantonrechter deze toekennen, het CWI (de “andere ontslagroute”) kan dit niet.Verder kunnen volgens het voorstel werkgevers die hun personeel scholing hebben aangeboden, de opleidingskosten voor een deel – gesproken wordt over 25% – in mindering brengen op de ontslagvergoeding. Dit is een wens van met name grote werkgevers die vaak (dure) sociale plannen afsluiten met vakbonden in het geval van ontslagronden bij reorganisaties. Op die manier zou de inzetbaarheid van werknemers op de arbeidsmarkt vergroot worden.Ten slotte zouden in de toekomst vier in plaats van drie tijdelijke contracten aangeboden mogen worden zonder dat sprake wordt van een vast contract, maar zouden werknemers in hun vierde contract in aanmerking komen voor de beëindigingvergoeding.
Het zijn geen kleinigheden waar de regeringspartijen het over eens zijn geworden; met name voor werknemers met een hoger salaris en langer dienstverband kunnen de gevolgen zeer fors zijn. Niet zelden zullen dit oudere werknemers zijn. Aan de andere kant kan voor werkgevers het feit dat straks alle werknemers een vergoeding moet worden betaald in geval van ontslag evenzeer nadelig uitpakken.De FNV heeft al laten weten tegen het voorstel gekant te zijn, werkgeversorganisaties lijken enthousiaster.
Voor de ontslagpraktijk kan dit voorstel grote gevolgen hebben. Of, zoals sommigen menen, de rol van de kantonrechter bij het beëindigen van arbeidsovereenkomsten zal zijn uitgespeeld staat natuurlijk nog te bezien, maar dat er, wanneer deze plannen daadwerkelijk wet worden veel zal veranderen staat wel vast.
Vanzelfsprekend zullen wij de ontwikkelingen volgen en u op de hoogte houden.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.