Praktijkgebieden: Arbeidsrecht
Het blijft lastige materie: welke sancties mag een werkgever toepassen op zieke en reïntegrerende werknemers die zich niet aan de regels houden. In eerdere bijdragen schreven we hoe ontslag (doorgaans) niet de juiste reactie is op het niet opvolgen van controlevoorschriften tijdens ziekte – omdat voor die situatie in de wet in de loonsanctie is voorzien.Misschien was de werknemer in de casus die heeft geleid tot de nu te bespreken recente uitspraak van het gerechtshof te Den Haag met die situatie in de war?Hij was op staande voet ontslagen wegens het weigeren, zonder gegronde reden, van passend werk, dat hem was aangeboden nadat hij zijn eigen werk wegens knieklachten niet meer kon uitvoeren. Hij stelde zich op het standpunt dat het weigeren van passende arbeid slechts kan leiden tot verlies van loonaanspraken, niet tot ontslag. Dat was echter een onjuist standpunt; de wet kent namelijk wel degelijk, sinds de “oude Poortwachter-wetgeving” (2002, het jaar waarin deze casus speelde!) expliciet de sanctie van ontslag, zelfs al is de werknemer nog geen twee jaar ziek, op het weigeren van passende arbeid.Kat in t bakkie voor deze werkgever dus? Toch niet. De werkgever was met zijn ontslag op staande voet te hard van stapel gelopen. Voor zo'n ontslag is wel nodig dat er een dringende reden is; dat van de werkgever écht niet gevergd kan worden dat hij de arbeidsovereenkomst nog een dág langer laat voortbestaan. Het Hof vond dat er van zo'n situatie geen sprake was; het meent dat “hoge eisen dienen te worden gesteld aan de dringendheid van de dringende reden.”. Omdat de werkgever zo verstandig was geweest het loon over de betreffende periode op te schorten, oordeelde het hof dat de werkgever het einde van de arbeidsovereenkomst ook had kunnen bewerkstelligen via een ontslagvergunning of ontbindingsprocedure. Daarom acht het hof geen dringende reden voor ontslag op staande voet aanwezig.
De moraal: Bij conflicten met zieke werknemers is het zaak het hoofd koel te houden. Het loon opschorten is en blijft een verstandige eerste reactie. Wat daarna de beste stap is, hangt af van wat de werknemer kwalijk wordt genomen. Het blijft lastige materie…
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.