Praktijkgebieden: Contracten
In een eerdere bijdrage schreef ik over de aansprakelijkheid van de architect onder De Nieuwe Regeling 2005 (DNR 2005) die met name wat betreft de kennis en juiste toepassing van overheidsvoorschriften nogal ver reikt. In deze bijdrage licht ik toe dat ook indien de architect een tekortkoming kan worden aangerekend, dit zeker niet in alle gevallen betekent dat hij jegens de opdrachtgever ook (volledig) aansprakelijk is voor de schade die daarvan het gevolg is.
Lees ook: De Nieuwe Regeling 2011 (DNR 2011)
Voorop staat de verplichting van de opdrachtgever de documenten die de architect bij de vervulling van de opdracht vervaardigt, tijdig te beoordelen en na goedkeuring desgewenst te waarmerken (artikel 12, lid 3 DNR 2005).
De architect doet er goed aan op de door hem vervaardigde documenten expliciet goedkeuring te vragen alvorens verder te werken. Overigens helpt het voorschrift van artikel 11, lid 7 DNR 2005 de architect hier een handje. Volgens deze bepaling vangt de architect eerst aan met een volgende fase nadat de opdrachtgever daartoe zijn toestemming heeft verleend. In deze toestemming wordt de goedkeuring van de voorafgaande fasen geacht te zijn begrepen, behalve voorzover de opdrachtgever zijn goedkeuring aan onderdelen van de werkzaamheden uitdrukkelijk heeft onthouden. Mocht worden vergeten expliciet goedkeuring te verkrijgen voor de documenten vervaardigd in de voorgaande fase, dan geldt toestemming van de opdrachtgever te starten met de volgende fase als een goedkeuring van het voorafgaande. Het verdient natuurlijk de voorkeur expliciet goedkeuring te verkrijgen.
Voorts is de opdrachtgever verplicht, ongeacht in welke fase het werk zich bevindt, de architect binnen bekwame tijd te waarschuwen indien hij een tekortkoming van de architect daadwerkelijk heeft opgemerkt of zich daarvan bewust geweest moet zijn (artikel 12, lid 4 DNR 2005). Dit kan betekenen dat in een geval waarin niet om goedkeuring voor het voorgaande is verzocht of toestemming voor het vervolg is verkregen, de opdrachtgever een verwijt kan worden gemaakt de architect niet tijdig te hebben gewaarschuwd voor een tekortkoming, ook voor een tekortkoming die hij niet heeft gezien doch waarvan wordt aangenomen dat hij deze had moeten opmerken. Indien de opdrachtgever handelt in strijd met deze verplichting kan dit leiden tot een, onder omstandigheden aanzienlijke beperking van de aansprakelijkheid van de architect. De vraag wordt dan gesteld voor welke schade de architect aansprakelijk zou zijn geweest, indien de opdrachtgever wel tijdig had gewaarschuwd.
De architect is pas aansprakelijk voor toerekenbare tekortkoming nadat de opdrachtgever hem schriftelijk in gebreke heeft gesteld en hem de gelegenheid heeft gegeven de gevolgen van de tekortkoming binnen een redelijke termijn te herstellen en daaraan geen gehoor is gegeven (artikel 13 DNR 2005). Voor deze herstelwerkzaamheden kan vanzelfsprekend geen honorarium worden gevraagd.
Het bepaalde in artikel 16, lid 2 van DNR 2005 gaat nog een stapje verder: de rechtsvordering uit hoofde van een toerekenbare tekortkoming is niet ontvankelijk indien de opdrachtgever niet met bekwame spoed nadat hij de tekortkoming heeft ontdekt of redelijkerwijs had behoren te ontdekken, schriftelijk en met redenen omkleed de architect in gebreke heeft gesteld. Niet ontvankelijk betekent dat de opdrachtgever in het geheel geen aanspraak meer heeft op vergoeding van welke schade dan ook. Wat onder bekwame spoed moet worden verstaan hangt in hoge mate af van de omstandigheden van het geval, maar hieronder worden eerder weken dan maanden verstaan. Deze termijn gaat lopen nadat de opdrachtgever de tekortkoming redelijkerwijs had behoren te ontdekken. Hierbij speelt de mate van deskundigheid van de opdrachtgever mede een rol: hoe deskundiger des te meer wordt hij geacht te ontdekken. Voor het bepalen van het tijdstip waarop de opdrachtgever redelijkerwijs de tekortkoming had behoren te ontdekken ligt het voor de hand aan te knopen bij de goedkeuring van een voorgaande fase of een toestemming voor een volgende fase. Bij die gelegenheden wordt de opdrachtgever geacht de documenten te hebben gecontroleerd.
De aansprakelijkheid van de architect wordt dus in belangrijke mate genuanceerd in DNR 2005: de aansprakelijkheid wordt beperkt of vervalt indien de opdrachtgever niet tijdig waarschuwt voor een fout en/of niet met bekwame spoed de architect in gebreke stelt.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.