Praktijkgebieden: Bestuursrecht
Er is een tendens in de rechtspraak van de Afdeling waarin een verschuiving plaatsvindt van het bestuurlijke perspectief naar het burgerperspectief. Wij schreven in dit verband over de Grote Kamer die zich buigt over een verruiming van de gevallen waarin een overschrijding van de termijn waarmee een rechtsmiddel is ingediend verschoonbaar kan worden geacht.
Zitting Grote Kamer verschoonbare termijnoverschrijding – Wieringa Advocaten (wieringa-advocaten.nl)
Vraagstuk over verschoonbare termijnoverschrijding voorgelegd aan grote kamer – Wieringa Advocaten (wieringa-advocaten.nl)
De Afdeling zit ondertussen niet stil en doet uitspraken waarin aan de verschoonbaarheid een beduidende ruimere uitleg wordt gegeven dan voorheen. In deze blog worden drie uitspraken over de e-mailservice van www.overheid.nl. besproken waarin deze verruiming zichtbaar is. Het gaat steeds om gevallen waarin het besluit bekend is gemaakt overeenkomstig de wettelijke voorschriften, maar in de procedure is komen vast te staan er iets mis is gegaan in de berichtenservice van de overheid waarop de betrokkene zich heeft aangemeld. Het bericht over een besluit is daarom niet bij betrokkene terecht gekomen, waardoor het rechtsmiddel buiten de daarvoor geldende termijn is ingediend. De vraag is dan of deze termijnoverschrijding verschoonbaar is.
Voorheen maakte een beroep op verschoonbaarheid van de termijnoverschrijding geen schijn van kan. Volgens de Afdeling (ABRvS 13 december 2017) bracht de enkele omstandigheid dat de betrokkene zich heeft aangemeld bij de e-mailservice van www.overheid.nl niet mee dat hij er gerechtvaardigd op mocht vertrouwen dat hij op de hoogte zou worden gehouden van alle voor hem mogelijk relevante besluiten, zoals in dit geval het verlenen van een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen, in de omgeving van zijn perceel. Bedoelde e-mailservice laat volgens de Afdeling onverlet dat het tot zijn eigen verantwoordelijkheid behoort om er zorg voor te dragen dat hij op de hoogte geraakt van het besluit, ten aanzien waarvan de voorschriften omtrent bekendmaking in acht zijn genomen. De gevolgen van zijn keuze om daarbij te vertrouwen op de e-mailservice van www.overheid.nl komen voor zijn risico. De omstandigheid dat er problemen waren met de technische koppeling tussen de gemeentelijke website en www.overheid.nl met als gevolg dat in de periode waarin de bestreden omgevingsvergunning is verleend, gedurende lange tijd besluiten van de deelgemeente niet zijn doorgezet naar www.overheid.nl, maakt dat niet anders. Dus een fout in de e-mailservice komt voor rekening en risico van de burger.
Hoe anders klinkt het dan twee jaar later (ABRvS 22 januari 2020). De Afdeling herhaalt dat de bedoelde e-mailservice onverlet laat dat het tot de eigen verantwoordelijkheid behoort om er zorg voor te dragen dat je op de hoogte raakt van verlening van vergunningen. Er kan echter sprake zijn van bijzondere omstandigheden op grond waarvan een burger er rechtens op mocht vertrouwen dat zolang geen daartoe strekkend e-mailbericht van www.overheid.nl is ontvangen nog geen vergunning is verleend. En onder de bijzondere omstandigheden schaart de Afdeling een fout in de e-mail-service veroorzaakt doordat het bericht niet in de juiste categorie was geplaatst, die in de procedure was komen vast te staan. Nu vond de Afdeling dat de gevolgen van zijn keuze om daarbij te vertrouwen op de e-mailservice van www.overheid.nl niet voor zijn risico behoorde te komen. De termijnoverschrijding werd verschoonbaar geacht.
Een omslag in de rechtspraak, die echter door de Afdeling in de uitspraak zelf niet als zodanig is aangewezen. Over de band van de bijzondere omstandigheden wordt een fout in de e-mailservice niet langer gerekend tot het risico van de burger die zich daarvoor heeft aangemeld en daarop vertrouwd. De Afdeling laat na te motiveren waarom in 2017 dergelijke bijzondere omstandigheden niet konden worden aangenomen, terwijl de casus op relevante gegeven identiek was.
Hoe dan ook, een stap in de goede richting vanuit het perspectief van de rechtsbescherming van de burger. De rechtszekerheid moet echter een stapje terugdoen. In beide zaken ging het om vergunningen die aan een derde waren verleend. Onder werking van de uitspraak van 2017 kan deze derde vertrouwen op de onherroepelijkheid van zijn vergunning (enige tijd) na afloop van de termijnen om rechtsmiddelen in te stellen. De tweede uitspraak leidt ertoe dat een vergunning die onherroepelijk leek, na geruime tijd toch voorwerp kan worden van een procedure met een risico op herroeping of vernietiging. De rechtszekerheid van de vergunninghouder boet daarbij in.
Het argument van rechtszekerheid weegt zwaarder indien er meer partijen betrokken zijn dan alleen één vergunninghouder. Dat kan het geval zijn bij een bestemmingsplan, bij de inhoud waarvan veel partijen rechtstreeks belang hebben. Zodra een bestemmingsplan onherroepelijk is geworden, bouwt (vaak in letterlijke zin) men daarop. Dan raakt het beduidend meer belangen mocht achteraf een beroepschrift dat buiten de termijnen is ingediend, toch ontvankelijk wordt geacht en in behandeling wordt genomen met alle mogelijke gevolgen van dien.
Toch doet de Afdeling dat in de recente uitspraak van 26 juli 2023. De betrokkene heeft beroep ingesteld tegen een bestemmingsplan buiten de termijn voor het instellen van beroep. De bekendmaking van het bestemmingsplan heeft plaatsgevonden in overeenstemming met alle wettelijke voorschriften. Als vaststaand is aangenomen dat de betrokkene zich had geabonneerd op de Berichtenservice van de website overheid.nl door zijn postcode en een straal daaromheen in te vullen en deze normaliter goed heeft gewerkt. Hij heeft echter via de Berichtenservice geen bericht gehad over de vaststelling van het bestemmingsplan, hetgeen niet door de raad is weersproken.
De Afdeling oordeelt dat het aan de raad is om aannemelijk te maken dat de Berichtenservice voor wat betreft de berichtgeving over het vastgestelde bestemmingsplan heeft gewerkt. De Afdeling concludeert dat de raad niet aannemelijk heeft gemaakt dat de Berichtenservice heeft gewerkt.
En vervolgt dan met:
“Onder deze omstandigheden moet dan ook worden geoordeeld dat [appellant] door eerst op 9 november 2021 beroep in te stellen, niet in verzuim is geweest.”
Dat zijn wel erg weinig woorden voor een zo ingrijpende beslissing.
Niet alleen zou het op zijn plaats zijn geweest indien de Afdeling zou hebben verwezen naar de hiervoor besproken uitspraak van 2020 waarin zij om is gegaan waar het gaat om het toerekenen van fouten in de e-mailservice van overheid.nl.
Maar het zou bovenal op zijn plaats zijn geweest indien overwegingen zouden besteed aan de wijze waarop de Afdeling het burgervriendelijke perspectief bij de verruiming van de verschoonbaarheid afweegt tegen de rechtszekerheid van andere burgers. Bij een bestemmingsplan zijn de betrokken belangen van burgers immers talloos. Op de ogenschijnlijke onherroepelijkheid van een bestemmingsplan kan niet meer worden vertrouwd.
Maar wat ten slotte het meest treft is het kennelijk ontbreken van interne communicatie bij de Afdeling. Wist de enkelvoudige kamer verantwoordelijk voor de uitspraak van 26 juli 2023 niet dat de Grote Kamer twee weken daarvoor, namelijk op 13 juli 2023, zitting had over de verschoonbare termijnoverschrijding? Met het oog op de rechtseenheid bogen de hoogste bestuursrechters zich over dit vraagstuk en binnen afzienbare tijd zal de Advocaat Generaal daarover een conclusie afgeven.
Het zou op zijn plaats zijn geweest de uitspraak in verband daarmee even aan te houden. Niet bij voorbaat kan worden gezegd dat deze uitspraak in overeenstemming zal zijn met de lijn die de AG in de conclusie uiteen zal zetten. Maar zelfs als dat het geval is, neemt dit niet weg dat deze uitspraak volstrekt onvoldoende is gemotiveerd op een cruciale rechtsvraag, namelijk die van afweging van verruiming van de verschoonbaarheid versus rechtszekerheid.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.