Praktijkgebieden: Arbeidsrecht
De Commissie Gelijke Behandeling heeft zich op 28 september 2004 uitgelaten over pensioenregelingen waarbij vanaf een bepaalde leeftijd minder pensioen wordt opgebouwd. Niet geheel verrassend oordeelde de Commissie dat deze regelingen een verboden onderscheid op grond van leeftijd opleveren.
Eindloonregelingen, lange tijd zeer gebruikelijk, zijn pensioenrege-lingen waarbij een oudedaguitkering wordt opgebouwd gelijk aan een percentage (meestal 70%) van het laatstverdiende loon. Wie op zijn 64e nog een salarisverhoging krijgt geniet daar lang van na. Om dit soort uitkeringen mogelijk te maken zijn echter enorme pensioenpremies noodzakelijk en voor veel organisaties zijn die niet meer op te brengen. Het alternatief is een middelloon-regeling; dit is een systeem waarbij pensioen wordt opgebouwd gebaseerd op het gemiddelde van het in de gehele actieve periode genoten salaris. Dat kan een fors lager inkomen betekenen voor de 65plusser. Pensioenverzekeraars zijn dan ook bezig met het ontwikkelen van varianten en tussenvormen; twee van die regelingen zijn door Zwitserleven aan de CGB voorgelegd ter toetsting.
De eerste regeling betrof een eindloonregeling waarbij salarisverhogingen vanaf een bepaalde leeftijd niet, of minder, meetellen voor de berekening van het pensioen. De tweede regeling betrof een regeling waarbij vanaf een bepaalde leeftijd van een eindloonsysteem werd overgegaan op een zogenaamd geïndexeerd middelloon systeem. Er is een derde regeling voorgelegd; deze week echter zodanig af de eerste twee, dat aan deze een apart oordeel zal worden gewijd.Zwitserleven rook lont omdat bij de parlementaire behandeling van de wet tegen leeftijdsdiscriminatie dit soort pensioenregelingen, waarbij de opbouw afhankelijk werd van leeftijd, expliciet aan de orde zijn geweest als eenvoorbeeld van regelingen die de toets der kritiek niet zouden kunnen doorstaan. En inderdaad, de Commissie oordeelde dat in deze regelingen een direct onderscheid op grond van leeftijd wordt gemaakt, en dat hiervoor geen objectieve rechtvaardiging bestond. Het doel van regelingen als deze, het voorkomen van zowel onnodig hoge pensioenlasten als van pensioenpromotie, werd weliswaar een legitiem doel geacht, maar de Commissieom meent dat er alternatieve regelingen mogelijk zijn die niet leiden tot onderscheid op grond van leeftijd, althans minder bezwaarlijk zijn. Een van de door de Commissie genoemde alternatieven is een eindloonregeling waarbij niet vanaf een bepaalde leeftijdsgrens maar vanaf een bepaalde salarisgrens wordt overgegaan op een middelloon-regeling. Ook heeft de Commissie een variant genoemd waarbij salarisstijgingen bijvoorbeeld tot een bepaald percentage meetellen voor de pensioenopbouw.
De uitspraak kan verstrekkende gevolgen hebben; een niet onaanzienlijk deel van de pensioenregelingen in Nederland is gebaseerd op de voorgelegde regelingen. De uitspraken van de Commissie gelden als richtlijn voor de rechter. De rechter mag er slechts met zwaarwegende argumenten vanaf wijken. Vele pensioenverzekeraars zullen dan ook naar verwachting hun regelingen moeten herzien.
meer CGB & leeftijdsdisciminatie
Leonore Karsdorp is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied arbeidsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.