icon

Wijzigingen Amsterdamse Huisvestingsverordening in aantocht

Het gemeentebestuur van Amsterdam heeft recent inspraakversies gepubliceerd van de Huisvestingsverordening 2024 en de Nadere regels Huisvestingsverordening 2024. Het is de bedoeling dat de voorgenomen wijzigingen per 1 januari 2025 in werking zullen treden. Naast de actualisering van de Amsterdamse regels in lijn met de nog in werking te treden Wet betaalbare huur bevat het voorgenomen stelsel onder andere een aantal interessante versoepelingen voor bewoners van woonruimte in Amsterdam. Deze worden in deze bijdrage op een rijtje gezet.

Woningruil

Uit artikel 3.1.2, lid 4, van de inspraakversie Huisvestingsverordening 2024 blijkt dat voor woningruil voor kortdurend verblijf geen vergunning nodig is voor onttrekking van de woonruimte aan de woonruimtevoorraad. Uit de toelichting blijkt dat ook een registratienummer dan niet wordt verlangd. Het gemeentebestuur legt uit dat hiermee onder andere wordt ingespeeld op de opkomst van huizenruil als vorm van toeristische verhuur. Belangrijke voorwaarde is wel dat er geen andere tegenprestatie dan de ruil zelf wordt bedongen: zodra er een tegenprestatie in de vorm van geld of tegoed punten speelt, dan valt de ruil onder de ‘gewone’ regels van toeristische verhuur, waaronder dus wel een registratieplicht en verhuur voor maximaal 30 nachten per jaar.

Korte huisbewaring

Onder bepaalde voorwaarden mag zonder onttrekkingsvergunning woonruimte in gebruik worden gegeven voor een aaneengesloten periode van drie tot zes maanden voor korte huisbewaring (zie artikel 3.1.2, lid 5). Denk aan de situatie dat de bewoner die de woonruimte ter beschikking stelt tijdelijk in het buitenland gaat studeren of stage lopen. Deze bewoner moet hoofdverblijf hebben en ingeschreven staan op het adres van de woning. Voor corporatiewoningen is de korte huisbewaring eens in de vijf jaar toegestaan en voor andere woningen maximaal eens per 12 maanden. Er mag geen sprake zijn van onaanvaardbare inbreuk op een geordend woon- en leefmilieu in de omgeving van de woonruimte, kort gezegd: aantoonbare overlast, waarbij de bewoners hierop eerder door burgemeester en wethouder zijn gewezen.

Dat dit ook voor toeristische verhuur geldt, blijkt uit artikel 3.7.3a van de Huisvestingsverordening 2024.

Inwoning

Om woningdelen in de gemeente te stimuleren worden de regels voor inwoning en hospitaverhuur versoepeld. Zo wordt voor familieleden tot en met de vierde graad en bij mantelzorg inwoning door twee huishoudens mogelijk gemaakt zonder omzettingsvergunning. Verder wordt, waar eerst een wachttijd gold van twee jaar voor de hoofdbewoner voordat deze een ander huishouden mocht laten inwonen, deze wachttijd verkort tot één jaar. Bedoeling is dat deze wachttijd vervalt als een van de huishoudens (of dit nu hoofdbewoners of inwoners betreft) bestaat uit een getrouwd stel of geregistreerd partners.  

Inspraak?

Tot en met 15 juli 2024 bestaat er voor inwoners en andere belanghebbenden de mogelijkheid om een zienswijze in te dienen. Voor meer informatie zie: Aanpassingen Huisvestingsverordening Amsterdam 2025 – Gemeente Amsterdam.

Vragen over kamerbewoning en toeristische verhuur? Neemt u gerust contact met ons op.

Heeft u vragen?

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.
Wijzigingen Amsterdamse Huisvestingsverordening in aantocht

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief