Praktijkgebieden: Aanbestedingsrecht
Wanneer een inschrijver het niet eens is met de uitkomst van een aanbestedingsprocedure, heeft hij de mogelijkheid om kort geding te starten. Op die manier kan door de betreffende inschrijver de beslissing van de aanbestedende dienst worden aangevochten. Op dat moment heeft de winnende inschrijver er belang bij mee te doen aan het kort geding, om zijn gunning te verdedigen. Vaak belanden de klagende inschrijver en de winnende inschrijver in een discussie over de vraag of de winnende inschrijver recht heeft op alle stukken in dat kort geding, waaronder bedrijfsvertrouwelijke informatie van de klagende inschrijver. De rechtbank Den Haag heeft hier in recente uitspraak duidelijkheid over gegeven.
Bij een Europese aanbestedingsprocedure voor de opdracht ‘Contentproductie en magazines’ van de RDW (Dienst Wegverkeer) heeft de RDW aan Kris Kras meegedeeld dat zij als tweede is geëindigd en dat RDW van plan is op de aanbestedingsopdracht aan iO te gunnen. Kris Kras was het niet eens met die beslissing. Kris Kras stelt dat een aantal criteria niet juist zijn beoordeeld. Zo zou zij op een aantal criteria niet een ‘goed’ maar een ‘uitstekend’ moeten scoren. Kris Kras is daarom een kort geding bij de rechtbank Den Haag gestart. De winnende inschrijver, iO, mengt zich in het kort geding.
In aanloop naar het kort geding heeft Kris Kras geweigerd om aan iO de complete dagvaarding met producties aan iO te verstrekken. iO ontvangt van Kris Kras een dagvaarding waarin alle verwijzingen naar haar inschrijving en de motivering van de gunningsbeslissing zijn weggelaten. Ook ontvangt iO maar een deel van de producties van Kris Kras. iO is het daar niet mee eens en verzoekt de rechtbank om uitspraak te doen op basis van de stukken die iO heeft ontvangen. Hiertegenover heeft Kris Kras zich op het standpunt gesteld dat alle onleesbaar gemaakte passages bedrijfsvertrouwelijk zijn.
De rechtbank oordeelt over de vraag of je als winnende inschrijver recht hebt op alle stukken van een klagende inschrijver. Volgens de rechtbank geldt bedrijfsvertrouwelijkheid ook in juridische procedures, maar mag alleen evident vertrouwelijke informatie zwart gelakt worden:
“Tijdens de mondelinge behandeling heeft de voorzieningenrechter beslist dat Kris Kras alsnog iO in de gelegenheid moet stellen om kennis te nemen van de complete dagvaarding en de producties (met uitzondering van de inschrijving van Kris Kras), waarbij het Kris Kras is toegestaan om uitsluitend evident vertrouwelijke informatie, zoals de inschrijfprijs, en zeer bijzondere concurrentiegevoelige kenmerken, zoals extra diensten, onleesbaar te maken.”
Onder evident vertrouwelijke informatie verstaat de voorzieningenrechter dus zowel de inschrijfprijs, als zeer bijzonder concurrentiegevoelige informatie, zoals extra diensten. De vraag is natuurlijk wat precies onder zeer bijzonder concurrentiegevoelige informatie wordt verstaan. Daar zal hoogstwaarschijnlijk nog vaak over gediscussieerd worden. Wij houden u van deze ontwikkelingen op de hoogte.
Heeft u vragen naar aanleiding van deze blog of heeft u een andere aanbestedingsrechtelijke vraag? Onze gespecialiseerde advocaten adviseren en procederen over de meest uiteenlopende aspecten en vraagstukken op het gebied van Europees en nationaal aanbestedingsrecht. Neem dan gerust contact op. Wij zijn u graag van dienst!
Wilt u op de hoogte blijven? Abonneer u kosteloos op onze nieuwsbrief.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.