Praktijkgebieden: Aanbestedingsrecht
Deze week is het ‘De Week van Beter Aanbesteden’. Het programma, dat wordt georganiseerd door PIANOo, Expertisecentrum Aanbesteden van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat, is gericht op het verbeteren van het inkoopproces en de dialoog en samenwerking tussen overheden en ondernemers. Dit is van belang, omdat het aanbestedingsrecht door zowel aanbestedende diensten als inschrijvers als complex wordt ervaren. Daarnaast zien wij dat het aantal aanbestedingen de laatste jaren fors toeneemt.
Het is dus belangrijk om een goed begrip te hebben van de verschillende stappen in een aanbestedingsprocedure. Ook is het belangrijk om te weten welke rechten en plichten gelden voor aanbestedende diensten en inschrijvers. In deze week starten wij daarom een serie blogs waarin de belangrijkste onderwerpen bij het volgen van een aanbestedingsprocedure worden uitgelicht. De volgende vragen zullen (per blog) aan bod komen:
Uw organisatie moet een opdracht Europees aanbesteden indien uw organisatie een aanbestedende dienst in de zin van de Aanbestedingswet 2012 én de geraamde waarde van de opdracht de Europese drempelbedrag overschrijdt. Onder aanbestedende diensten worden niet alleen de provincies, gemeenten en waterschappen verstaan, maar ook publiekrechtelijke instellingen zoals bijvoorbeeld academische ziekenhuizen, universiteiten en hogescholen. Eerder schreven wij een blogs over de (mogelijke) aanbestedingsplicht van woningcorporaties en NS Stations.
Indien uw organisatie kwalificeert als aanbestedende dienst, betekent dit dat opdrachten boven de Europese drempel moeten worden aanbesteed. Het toe te passen drempelbedrag hangt af het type aanbestedende dienst en van het soort opdracht. Er zijn namelijk verschillende drempelbedragen voor werken, diensten, sociale diensten en andere specifieke diensten, leveringen en concessie. De Europese Commissie stelt de Europese drempelbedragen eens in de twee jaar vast.
Om te weten welke aanbestedingsregels moeten worden toegepast, moet uw organisatie de waarde van de betreffende opdracht ramen. Uw organisatie heeft in beginsel de vrijheid in het kiezen van de duur van de opdracht en dus de waarde daarvan. Raming van de waarde van de opdracht gebeurt vooraf en is in beginsel inclusief alle (meerwerk)opties en verlengingsmogelijkheden. Als de geraamde waarde van een opdracht meer bedraagt dan de Europese drempelbedragen, dan moet de opdracht in beginsel Europees worden aanbesteed.
Het is natuurlijk mogelijk dat tijdens de aanbestedingsprocedure of tijdens de uitvoering van de opdracht blijkt dat de Europese drempel toch wordt overschreden. Zeker gelet op de huidige inflatie, kan het voor uw organisatie lastig zijn de waarde van de opdracht goed in te schatten. Dit speelde ook in een recente uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant (ECLI:NL:RBZWB:2023:1154).
Deze zaak betrof een (niet Europese) meervoudig onderhandse aanbestedingsprocedure van de Provincie Zeeland ten behoeve van een grondwatermeetsysteem. De opdracht was door de Provincie geraamd op een bedrag van € 180.000,00. Nadat de Provincie de inschrijvingen ontving, bleek dat (in ieder geval) één van die inschrijvers heeft ingeschreven met een totaalprijs van € 253.746,00. Hierop besloot de Provincie dat de offerte niet in aanmerking komt voor gunning van de opdracht, omdat dit de Europese drempelwaarde voor leveringen en diensten (te weten € 215.000,00) overschreed.
De voorzieningenrechter keurde dit niet goed en oordeelde als volgt:
“4.2 Er is geen wettelijke regel waaruit volgt dat in een nationale aanbesteding inschrijvingen met een prijs boven de Europese drempelwaarde om die reden ongeldig zijn. Voor een normaal oplettende en redelijk geïnformeerde inschrijver behoort duidelijk te zijn, dat de Provincie na raming van de waarde van de opdracht heeft gekozen voor deze aanbestedingsprocedure en daarmee de verwachting heeft, dat er in de markt ondernemers zijn die de opdracht kunnen uitvoeren voor een prijs onder de drempelwaarde. Dat gaat niet zo ver dat ook duidelijk behoort te zijn, dat het drempelbedrag tevens een prijsplafond is waardoor inschrijvingen boven de drempelwaarde als ongeldig terzijde worden gelegd.”
Het maakt dus niet uit dat de inschrijvingen het drempelbedrag (en daarmee de geraamde waarde) overstijgen. Wel moet uw organisatie, indien tijdens de aanbestedingsprocedure of tijdens de uitvoering van een opdracht de Europese drempel wordt overschreden, kunnen aantonen dat de waarde van de opdracht voorafgaand aan de aanbesteding desondanks zorgvuldig is geraamd. Het verdient daarom de voorkeur om goed vast te leggen hoe de raming heeft plaatsgevonden.
Heeft u vragen naar aanleiding van deze blog of heeft u een andere aanbestedingsrechtelijke vraag? Onze gespecialiseerde advocaten adviseren en procederen over de meest uiteenlopende aspecten en vraagstukken op het gebied van Europees en nationaal aanbestedingsrecht. Neem van gerust contact op. Wij zijn u graag van dienst!
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.