Praktijkgebieden: Bestuurdersaansprakelijkheid
Besturen van verenigingen en stichtingen (hierna: “V&S”) worden al enige tijd bestookt met cursussen en quickscans in het kader van de WBTR. Dit is de Wet bestuur en toezicht rechtspersonen, op grond waarvan op 1 juli aanstaande bepalingen worden toegevoegd en gewijzigd in boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. En dan vooral in de titels over verenigingen en stichtingen. De bepalingen hebben tot gevolg dat de rechten en plichten van bestuurders en toezichthouders van deze rechtspersonen explicieter komen vast te staan. In veel gevallen betekent dit dat ze op één lijn komen te staan met die van bestuurders en commissarissen van NV’s en BV’s.
De achtergrond van de wijzigingen ligt in de schandalen die zich de afgelopen jaren hebben afgespeeld bij verenigingen en stichtingen in de wat meer publieke sector. Dat bij woningcorporatie Vestia is het meest bekend, maar ook bij Amarantis en InHolland (onderwijs) en Meavita (zorg) ging het mis. Meestal financieel, maar soms ook op ander gebied. De reden was echter altijd: onvoldoende deskundig of slagvaardig bestuur, gekoppeld aan gebrekkig toezicht.
Daar moest iets aan gebeuren. Want uiteindelijk is het niet uit te leggen dat bestuurders en commissarissen van vennootschappen de afgelopen decennia steeds strakker de maat kan worden genomen, terwijl die van verenigingen en stichtingen, als je uitsluitend in de wet kijkt, zo ongeveer hun eigen gang kunnen gaan. En dit, terwijl er behoorlijk wat maatschappelijk belangrijke ondernemingen en organisaties in verenigings- en vooral stichtingsvorm worden gedreven. Dat wordt nu enigszins gelijk getrokken.
Reden voor paniek?
Nou nee. Het schijnt zo te zijn dat de premies voor aansprakelijkheidsverzekeringen voor bestuurders van V&S flink omhoog zin gegaan sinds de inhoud van de wet bekend geworden is. Maar veel van wat nu in de wet wordt opgenomen was feitelijk al usance. Zeker: faillissementscuratoren hoeven straks niet meer toe te lichten waarom ze een V of S – bestuurder aansprakelijk willen stellen (dat staat gewoon in de wet). Maar daar moet zo’n bestuurder het nog altijd wel naar gemaakt hebben. Dat was zo en dat blijft zo. Voor integere bestuurders en commissarissen die hun werk behoorlijk doen verandert er eigenlijk niets.
Wél moet u zorgen dat uw statuten, waar nodig, aangepast worden aan de nieuwe regels. Dat betreft vooral de punten 3 en 5 hieronder. Maar bepalingen van dwingend recht zijn per 1 juli direct van toepassing, ongeacht een andersluidende bepaling in de statuten. U krijgt vijf jaar de tijd om die statuten aan te passen. Zodra u echter na 1 juli toch al de statuten wijzigt (al is het om een andere reden) dan moet u de benodigde aanpassingen onder de WBTR meenemen.
Belangrijkste wijzigingen
Wat heeft die verzekeraars en cursusaanbieders dan zo in beweging gebracht? Lees in het onderstaande de belangrijkste aanpassingen die eraan komen en oordeel zelf. Te beginnen met de killer (maar wijkt die nu echt zo af van de praktijk?):
En verder nog…
De wettelijke introductie van de mogelijkheid bestuurders en commissarissen van V&S een salaris te betalen. Een regeling voor het in de statuten toekennen van meervoudig stemrecht aan een bestuurder of commissaris (bekend uit het NV en BV recht). Bepalingen over de verplichting informatie te verstrekken aan de raad van commissarissen. En iets over de vordering tot herstel van de dienstbetrekking van een bestuurder. Men raadplege de wetstekst of na 1 juli het aangepaste BW.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.