icon

Implementatiewet AMLD5 aangenomen (I)

Vorige week dinsdag heeft de Eerste Kamer de Implementatiewet wijziging vierde anti-witwasrichtlijn aangenomen. Deze wordt in de volksmond ook wel de Cryptowet genoemd. De wet wijzigt de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft) ter implementatie van de gewijzigde vierde anti-witwasrichtlijn (op zijn beurt ook wel AMLD5 genoemd). Vanwege het feit dat de implementatiedeadline voor de richtlijn (10 januari 2020) reeds was verstreken, is de Nederlandse regering eerder dit jaar in gebreke gesteld door de Europese Commissie. Om dezelfde reden werd in de huidige coronacrisis besloten om het wetsvoorstel aan te merken als cruciaal; de Eerste Kamer heeft zich daarom vorige week over het wetsvoorstel gebogen en dit vervolgens aangenomen. De wetswijziging zorgt voor een behoorlijke toename van financiële en administratieve verplichtingen voor bepaalde dienstverleners in de cryptomarkt.

Het doel van de gewijzigde richtlijn is het tegengaan van de risico’s die samenhangen met nieuwe financieringsinstrumenten en betalingsmogelijkheden die zijn voortgekomen uit de opkomst van crypto currencies. Die worden op steeds grotere schaal als alternatieve financiële systemen gebruikt en het handelen en investeren hierin heeft de afgelopen jaren flink aan populariteit gewonnen. De totale marktkapitalisatie van de grootste crypto currencies bedraagt op het moment van schrijven gezamenlijk ongeveer 223 miljard dollar. De hoge mate van anonimiteit die technisch gezien gepaard gaat met transacties in virtuele valuta leidt tot een vergroot risico op witwassen en terrorismefinanciering. De achterliggende cryptografische techniek zorgt er voor dat men geheel anoniem een ‘portemonnee’ kan beheren en daarmee eveneens anoniem transacties kan verrichten aan anderen. Er is daarom voor gekozen om verschillende dienstverleners in de cryptomarkt onder het bereik van deze vierde anti-witwasrichtlijn te brengen.

Met de Nederlandse implementatiewet worden aanbieders van verschillende cryptodiensten onder de reikwijdte van de Wwft gebracht. Over de exacte juridische kwalificatie van virtuele valuta wordt al jaren gediscussieerd. In de richtlijn (en in art. 1 van de gewijzigde Wwft) is daarom de volgende, betrekkelijk neutrale definitie van virtuele valuta (ofwel crypto currencies) opgenomen: “een digitale weergave van waarde die niet door een centrale bank of een overheid wordt uitgegeven of gegarandeerd, die niet noodzakelijk aan een wettelijk vastgestelde valuta is gekoppeld en die niet de juridische status van valuta of geld heeft, maar die door natuurlijke personen of rechtspersonen als ruilmiddel wordt aanvaard en die elektronisch kan worden overgedragen, opgeslagen en verhandeld”. Blijkens de memorie van toelichting is gekozen voor de definitie “digitale weergave van waarde” omdat deze een sterke overeenkomst met het monetaire concept van ‘rekeneenheid’ vertoont, maar tegelijkertijd breder is omdat het ook de mogelijkheid omvat om virtuele valuta als privégeld of als handelsartikel (koopwaar) te beschouwen. Het doel van de gekozen definitie is met name om virtuele valuta te kunnen onderscheiden van zogenaamde fiduciaire valuta ('gewoon' geld). De meest bekende virtuele valuta zijn momenteel de Bitcoin, Ethereum en Ripple.

In de snelgroeiende cryptomarkt zijn verschillende nieuwe vormen van dienstverlening ontstaan. Sommige aanbieders hebben door de dienst die zij leveren, technisch gezien toegang tot de transacties die hun klanten verrichten. De nieuwe wet maakt op basis daarvan onderscheid en brengt dienstverleners bij wie sprake is van toegang tot transacties, onder het bereik van de Wwft. Volgens art. 1a lid 4 Wwft vallen daaronder allereerst de aanbieders van bewaarportemonnees, indien deze de private key van de klant beheren (zogenoemde custodial wallets). In dat geval wordt de benodigde software voor de digitale portemonnee (gedeeltelijk) door de aanbieder beheerd. Daarentegen zijn aanbieders van non-custodial wallets (voorlopig) buiten het bereik van de wet gehouden, aangezien in dat geval slechts de software wordt aangeboden om zelf (lokaal) een portemonnee te beheren. De private key wordt in dat geval dus door de klant zelf beheerd en de aanbieder van de software heeft geen toegang tot transacties. Naast de aanbieders van custodial wallets, vallen ook aanbieders van diensten voor het wisselen tussen virtuele en fiduciaire valuta (exchange services) onder de nieuwe wet. Ook aanbieders van ATM’s (automated teller machines – geldautomaten), die dergelijke omwisselingen mogelijk maken, worden als zodanig aangemerkt. Deze worden in steeds meer winkels aangeboden. Degene die daadwerkelijk verantwoordelijk is voor het beheer van de geldautomaat, wordt beschouwd als aanbieder. Dat is in veel gevallen niet de winkeleigenaar die deze ter beschikking stelt, maar het achterliggende bedrijf dat verantwoordelijk is voor het plaatsen ervan.

Voornoemde cryptodiensten zullen vanaf de inwerkingtreding van de wetswijziging moeten voldoen aan de eisen die de gewijzigde Wwft daaraan stelt. De Nederlandsche Bank (“DNB”) is voortaan als Wwft-toezichthouder verantwoordelijk voor het toezicht op deze cryptodienstverleners. De belangrijkste wijziging voor aanbieders van cryptodiensten betreft een nieuw ingevoerde registratieplicht bij DNB (art. 23b Wwft). Registratie is verplicht voor een ieder die in Nederland woonachtig of gevestigd is (of zijn zetel heeft) en die beroeps- of bedrijfsmatig wisseldiensten of bewaarportemonnees in of vanuit Nederland wil aanbieden. Ook voor partijen die dergelijke diensten vanuit een andere lidstaat in Nederland willen aanbieden is registratie voortaan verplicht. DNB houdt conform art. 23f Wwft een openbaar register bij waarin al deze geregistreerde aanbieders worden ingeschreven. Voordat DNB een nieuwe dienstverlener inschrijft, dienen gegevens te worden aangeleverd die verband houden met de verplichtingen voor dienstverleners die voortvloeien uit de Wwft (art. 23c Wwft). Die gegevens dienen op zodanige wijze te worden aangeleverd dat DNB zich een voldoende beeld kan vormen van de activiteiten, organisatiestructuur en bedrijfsvoering van de aanbieder.

Deze blog is de eerste in een serie van twee en wordt morgen vervolgd.

Heeft u vragen?

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.
Implementatiewet AMLD5 aangenomen (I)

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief