Praktijkgebieden: Bestuurdersaansprakelijkheid
Aandeelhouder worden van een naamloze of besloten vennootschap is vrij eenvoudig en kan op verschillende manieren. Zo kunt u bijvoorbeeld aandelen kopen op de kapitaalmarkt, middels uitgifte verkrijgen van een vennootschap of overnemen van een bestaande aandeelhouder.
Er zijn veel redenen denkbaar waarom u aandeelhouder wilt worden. Winstgeneratie na een investerings- of overnametraject is lang niet altijd het enige doel. Het afdekken van financiële of bedrijfseconomische risico’s kan dat ook zijn. Denk bijvoorbeeld aan het onderbrengen van buitenlandse of risicovolle bedrijfsactiviteiten in een nieuwe dochtervennootschap.
Eén ding hebben alle aandeelhouders in ieder geval gemeen: zij riskeren aandeelhoudersaansprakelijkheid. In deze blog gaan wij in op enkele niet-contractuele grondslagen van aansprakelijkheid op basis waarvan aandeelhouders aansprakelijk kunnen zijn jegens schuldeisers van de vennootschap.
Beperkte aansprakelijkheid van de aandeelhouder
De wetgever heeft in artikel 2:64 en 2:175 van het BW expliciet bepaald dat de aandeelhouder niet persoonlijk aansprakelijk is voor hetgeen in naam van de vennootschap wordt verricht én niet verplicht is bij te dragen in de verliezen van de vennootschap boven het bedrag van zijn storting op de aandelen. Deze hoofdregel van beperkte aansprakelijkheid is een structureel kenmerk van de Nederlandse kapitaalvennootschap. Er bestaan echter uitzonderingen op deze regel.
Uitzonderingen op de beperkte aansprakelijkheid
De aandeelhouder kan toch aansprakelijk zijn voor schade die bijvoorbeeld door crediteuren van de vennootschap of de vennootschap zelf is geleden. Wij gaan hierna in op de grondslagen van niet-contractuele aansprakelijkheid waarbij (i) de aandeelhouder handelde als (mede)beleidsbepaler van de vennootschap, (ii) de aandeelhouder zelfstandig onrechtmatig handelde jegens de crediteuren van de vennootschap en (iii) sprake is van vereenzelviging van de aandeelhouder met de vennootschap.
(i) De aandeelhouder als (mede)beleidsbepaler
De curator in het faillissement van een vennootschap kan een (mede)beleidsbepaler aansprakelijk stellen voor het bedrag van de schulden dat na vereffening van de vennootschap onbetaald blijft. De (mede)beleidsbepaler kan ook een aandeelhouder zijn die – zonder formeel bestuurder te zijn – uit hoofde van zijn machtspositie de leiding van de vennootschap in handen neemt en zijn wil rechtstreeks oplegt aan de formele bestuurders van de vennootschap.
Een antwoord op de vraag wanneer een aandeelhouder kwalificeert als (mede)beleidsbepaler is niet pasklaar te geven. In de wetsgeschiedenis, juridische literatuur en jurisprudentie zijn wel aanvullende omstandigheden genoemd die van doorslaggevende betekenis kunnen zijn. Die omstandigheden blijken in de praktijk echter zeer uitzonderlijk en moeilijk aantoonbaar.
(ii) Zelfstandig onrechtmatig handelen van de aandeelhouder
De aandeelhouder kan ook zelfstandig onrechtmatig handelen jegens de crediteuren van de vennootschap. In dat geval kunnen de crediteuren eventuele schade met een vordering uit onrechtmatige daad verhalen op de aandeelhouder. Vanzelfsprekend moet een geslaagd beroep aan alle vereisten van de onrechtmatige daad voldoen.
Deze vorm van aansprakelijkheid wordt in de juridische literatuur en jurisprudentie omschreven als de indirecte doorbraak van aansprakelijkheid. De Hoge Raad heeft een aantal arresten gewezen die leidend zijn voor beantwoording van de vraag of sprake is van een indirecte doorbraak van aansprakelijkheid. In deze arresten is aansprakelijkheid aangenomen in het kader van (a) het hebben van ingrijpmacht maar toch niet ingrijpen terwijl voor de aandeelhouder voorzienbaar is dat crediteuren van de vennootschap zullen worden benadeeld, (b) het bevoordelen van bepaalde aan de vennootschap gelieerde partijen en (c) het stopzetten van een voor het voortbestaan van de vennootschap noodzakelijke financiering. Of een aandeelhouder in een soortgelijk geval aansprakelijk is, blijft echter sterk afhankelijk van de specifieke omstandigheden van het geval.
(iii) Vereenzelviging
Naast de indirecte doorbraak van aansprakelijkheid bestaat eveneens een mogelijkheid van directe doorbraak van aansprakelijkheid. Deze vorm van aansprakelijkheid is eveneens gebaseerd op de onrechtmatige daad en doet zich voor in het geval sprake is van vereenzelviging. Dit is de situatie waarin het identiteitsverschil tussen twee vennootschappen volledig wordt weggedacht. Het gevolg is dat de aandeelhouder – evenals de vennootschap – volledig aansprakelijk is jegens de benadeelde crediteuren van de vennootschap. Dat is een verregaande aansprakelijkheid die de Hoge Raad slechts toestaat onder uitzonderlijke omstandigheden.
Aandeelhouder blijf alert
Ook al is de hoofdregel in het Nederlandse vennootschapsrecht dat de aandeelhouder niet aansprakelijk is voor schulden van de vennootschap boven het bedrag van zijn storting, op dit uitgangspunt zijn zowel in de wet als jurisprudentie meerdere uitzonderingen geformuleerd. Zo kan de aandeelhouder aansprakelijk zijn jegens crediteuren van de vennootschap indien hij kwalificeert als (mede)beleidsbepaler van de vennootschap, zelfstandig onrechtmatig handelde of sprake is van vereenzelviging.
Vereenzelviging doet zich in de praktijk bijna niet voor. Anders is dat voor de situatie waarin de aandeelhouder wordt aangemerkt als (mede)beleidsbepaler of zelfstandig onrechtmatig handelde jegens de crediteuren van de vennootschap.
Bent u aandeelhouder en benieuwd naar de aan uw positie verbonden risico’s? Of vraagt u zich af of een voorgenomen handeling tot aansprakelijkheid kan leiden? Neem dan contact met ons op. Wij denken graag met u mee.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.