Praktijkgebieden: Ondernemingsrecht
Bij Wieringa Advocaten is voortdurend een studentstagiaire werkzaam: een rechtenstudent die bij ons kennismaakt met de advocatuur. Mehraban Mameli volgt op dit moment die studentstage. Ten behoeve van onze weblog schreef zij samen met Liselot Bosman onderstaande bijdrage.
Deze blog is onderdeel van de Serie Ondernemingskamer.
De enquêteprocedure is een bijzondere procedure gericht op het oplossen van geschillen en het doorbreken van impasses binnen rechtspersonen (artikel 2:344 BW). Belanghebbenden hebben in de enquêteprocedure de mogelijkheid om het beleid en de gang van zaken van een rechtspersoon te laten onderzoeken door een onafhankelijke onderzoeker. De enquêteprocedure begint met het indienen van een verzoekschrift bij de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam. Niet iedereen is bevoegd een dergelijk verzoekschrift in te dienen. In deze blog staan wij stil bij de ontvankelijkheidsvereisten van de enquêteprocedure.
De ontvankelijkheidsvereisten bestaan uit twee onderdelen: (i) de personen die een verzoekschrift kunnen indienen en (ii) het kenbaar maken van bezwaren. In het eerste onderdeel vindt u een uiteenzetting van welke (rechts)personen bevoegd zijn de Ondernemingskamer te verzoeken om het gelasten van een enquête (artikel 2:346 BW tezamen met artikel 2:345 lid 2 en artikel 2:347 BW). In het tweede onderdeel leggen wij uit dat en op welke wijze bezwaren kenbaar gemaakt moeten worden aan de rechtspersoon.
Onderdeel 1. Wie zijn bevoegd een enquêteverzoek te doen?
Onderdeel 2. Voorwaarden voor ontvankelijkheid
Indien is voldaan aan één van de vereisten die volgen uit onderdeel 1, volgt een tweede ontvankelijkheidstoets. De verzoekers zijn pas ontvankelijk, (i) indien zij schriftelijk tevoren hun bezwaren tegen het beleid of de gang van zaken hebben kenbaar gemaakt aan het bestuur en de raad van commissarissen en (ii) indien sindsdien een zodanige termijn is verlopen dat de rechtspersoon de gelegenheid heeft gehad deze bezwaren te onderzoeken en maatregelen te nemen (artikel 2:349 BW). Het doel van deze bepaling is het voorkomen dat de leiding van een rechtspersoon door een enquêteverzoek wordt overvallen.
Hoe moeten de bezwaren kenbaar worden gemaakt? Uit de vorige alinea volgt dat de bezwaren schriftelijk moeten zijn vastgelegd. Dit kan bij brief, maar een e-mail of notulen van een algemene vergadering waarin de bezwaren kenbaar zijn gemaakt, volstaan eveneens. Verzoekers moeten concrete bezwaren formuleren. Voor de leiding van de rechtspersoon moet duidelijk zijn tegen welke onderdelen van haar beleid bedenkingen bestaan. Vaag omschreven klachten zijn niet voldoende. Niet-ontvankelijkheid wordt niet snel aangenomen, maar er is een ondergrens. Indien u twijfelt of is voldaan aan artikel 2:349 BW, is het aan te raden alsnog een bezwarenbrief te sturen.
Vervolgens moet de rechtspersoon de gelegenheid krijgen met de bezwaren aan de slag te gaan. Uit een recente uitspraak van de Ondernemingskamer van 13 september 2018, ECLI:NL:GHAMS:2018:3657 volgt dat een enquêteverzoek afgewezen wordt als verzoeker de reactie op de bezwarenbrief negeert. Zo is de verzoeker in dit geschil niet ingegaan op de toenaderingsactie van de rechtspersoon: “Nadat [A] bij brief van 20 april 2018 (zie 2.11) bezwaren had kenbaar gemaakt, heeft Goose Craft de vragen beantwoord, nadere informatie verstrekt en aangeboden resterende onduidelijkheden in de bespreking toe te lichten. Op dit laatste is [A] niet ingegaan” (r.o. 3.20).
Bent u aandeelhouder, bestuurder of toezichthouder van een vennootschap of een andere rechtspersoon en hebt u vragen over de enquêteprocedure, neem dan gerust contact met ons op.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.