Praktijkgebieden: Privacy
De Algemene verordening gegevensbescherming is inmiddels zo’n twee maanden geleden van kracht geworden. Van de verschillende wijzigingen die de AVG met zich bracht, werd de invoering van ruimere boetebevoegdheden voor de nationale gegevensbeschermingsautoriteiten (in Nederland de Autoriteit Persoonsgegevens, AP) wel het meest gevreesd. Hoewel de AP ook vóór invoering van de AVG al over een dergelijke bevoegdheid beschikte (zij het iets beperkter), heeft zij daar in de praktijk geen gebruik van gemaakt. Is dat onder de AVG veranderd?
Voor zover bekend heeft de AP tot nog toe geen boetes opgelegd in verband met overtredingen van de AVG. Wel lijkt de autoriteit wat actiever gebruik te maken van haar toezichthoudende bevoegdheden, in het bijzonder waar het aankomt op de naleving van nieuw geïntroduceerde verplichtingen.
Zo heeft de AP begin juni, een week na inwerkingtreding van de AVG, bijvoorbeeld al gecontroleerd of overheidsinstellingen voldoen aan hun plicht om een functionaris voor de gegevensbescherming (FG) aan te wijzen en aan te melden bij de AP. De FG houdt toezicht op de naleving van de privacywetgeving binnen de organisatie, en heeft een onafhankelijke positie. De verplichting om een FG aan te wijzen geldt voor alle overheden, en daarnaast voor organisaties die als kerntaak hebben om op grote schaal mensen te observeren (denk aan beveiligingsbedrijven) en bedrijven die de verwerking van grote hoeveelheden bijzondere persoonsgegevens (zoals gezondheidsgegevens) als kerntaak hebben, zoals grote zorginstellingen. Liefst 96% van de ruim 400 gecontroleerde overheidsorganisaties bleek een FG te hebben aangemeld; de overige 4% had dat niet gedaan. Mogelijk hadden deze organisaties dus wel al een FG aangewezen, maar deze nog niet aangemeld bij de AP.
Deze week heeft de AP aangekondigd ook in de private sector te gaan controleren op de naleving van de AVG. In eerste instantie zal dit steekproefsgewijs gebeuren: bij enkele tientallen organisaties in diverse sectoren zal het register van verwerkingsactiviteiten worden opgevraagd. Bedrijven zijn verplicht om met betrekking tot elke verwerkingsactiviteit waarvoor zij als verantwoordelijke fungeren, enkele gegevens in zo’n register vast te leggen. Per verwerkingsactiviteit (bijvoorbeeld de loonadministratie) moet onder andere worden bijgehouden welke soorten persoonsgegevens worden verwerkt (salarisgegevens, rekeningnummer), op welke categorieën van personen die gegevens betrekking hebben (werknemers) en aan welke partijen deze gegevens worden verstrekt (boekhoudkantoor, Belastingdienst). Het register kan bijvoorbeeld in een spreadsheet worden bijgehouden, maar er zijn inmiddels ook verschillende programma’s voor dit doel op de markt.
Tot slot lijkt het erop dat mensen actief gebruik maken van hun recht om te klagen bij de AP over verwerkingen van hun persoonsgegevens. Eind juni hadden al 600 mensen een klacht ingediend over bedrijven en overheden die de AVG (in hun ogen althans) niet juist naleven. Een groot deel van de klachten ging over de afhandeling van verwijderingsverzoeken. Kennelijk gaan organisaties daar niet op een correcte manier mee om, of hebben veel mensen het idee dat een dergelijk verzoek altijd moet worden ingewilligd. Dat is echter niet het geval: als de verwerking voldoet aan alle voorwaarden van de AVG, zal verwijdering in de meeste gevallen niet nodig zijn.
De AP voert naar aanleiding van elke klacht onderzoekt uit. Een groot deel van de klachten zal ongegrond blijken, maar ongetwijfeld zullen er overtredingen van de AVG naar voren komen. Ik verwacht dat daarop wel enkele sancties zullen volgen. Dat zou een waarschuwing of een last onder dwangsom kunnen zijn, maar een eerste boete kan ook niet lang meer op zich laten wachten: de AP zal zeker een voorbeeld willen stellen om te laten zien dat zij geen tandeloze tijger is.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.