Praktijkgebieden: Ondernemingsrecht
Wij hebben bij Wieringa Advocaten voortdurend één of twee ‘student-stagiaires' in dienst: een rechtenstudent die bij ons kennismaakt met de advocatuur. Marcel Beekman volgt op dit moment die studentstage. Ten behoeve van onze weblog schreef hij samen met Liselot Bosman onderstaande bijdrage.
De CGC heeft vanaf 1 januari 2018 een wettelijke verankering. In 2016 is er een herziene CGC gepresenteerd door de Monitoring Commissie Corporate Governance Code. Eerder schreven wij al wat de belangrijkste wijzigingen waren ten opzichte van de oude CGC (die stamt uit 2008).
Wat houdt de CGC in het kort in?
De CGC richt zich op het bestuur van beursgenoteerde vennootschappen. De CGC bevat principes en best practice bepalingen die de verhoudingen reguleren tussen het bestuur, de raad van commissarissen en de (algemene vergadering van) aandeelhouders. De principes en bepalingen zijn gericht op de invulling van verantwoordelijkheden voor o.a. de lange termijn waardecreatie, effectief bestuur en toezicht en beheersing van risico’s.
De CGC is door zelfregulering tot stand gekomen. Zelfregulering houdt in dat zonder tussenkomst van de overheid regels worden opgesteld waaraan men zich verbindt.
Regels die op deze wijze zijn ontstaan kunnen wettelijk verankerd worden. De grondslag hiervoor is te vinden in artikel 2:391 lid 5 van het Burgerlijk Wetboek:
Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere voorschriften worden gesteld omtrent de inhoud van het bestuursverslag. Deze voorschriften kunnen in het bijzonder betrekking hebben op naleving van een in de algemene maatregel van bestuur aan te wijzen gedragscode en op de inhoud, de openbaarmaking en het accountantsonderzoek van een verklaring inzake corporate governance.
In dit artikel is bepaald dat de regering bij algemene maatregel van bestuur (ook wel besluit genoemd) nadere voorschriften kan stellen aan het bestuursverslag. In het besluit van 29 augustus 2017 is de CGC aangewezen als gedragscode. Op grond van lid 6 van dit artikel geldt een voorhangprocedure, dit houdt in dat het besluit moet worden voorgelegd aan de Eerste en Tweede Kamer. Dit is gebeurd.
Naar aanleiding daarvan heeft de Tweede Kamer verzocht om aanpassing van artikel 3c van het besluit. Door deze wijziging moet de accountant bij zijn onderzoek van het bestuursverslag ook de verklaring omtrent nakoming van de CGC in zijn geheel toetsen. Hiermee wordt de accountantscontrole van de Corporate Governance verklaring dus gelijk getrokken met de accountantscontrole zoals die geldt voor de andere onderdelen van het bestuursverslag. Een accountant controleert bijvoorbeeld of de jaarrekening is vastgesteld conform de wettelijke vereisten.
Wat verandert er door de wettelijke verankering?
Deze wettelijke verankering houdt in dat Nederlandse beursvennootschappen verantwoording moeten afleggen over de naleving van de CGC in het bestuursverslag.
Volgens de regering zal het geen extra werkdruk opleveren, omdat de beursvennootschappen al verplicht waren tot het doen van mededeling in het bestuursverslag over de naleving van de eerdere code uit 2008.
Een verandering van de CGC 2016 ten opzichte van de CGC 2008 is de aandacht voor de cultuur binnen de vennootschap/onderneming. Een onderwerp dat vandaag de dag volop in de belangstelling staat. Bestuurders en commissarissen dienen er voor te zorgen dat de heersende cultuur gewenst gedrag en integer handelen stimuleert. Daarbij moeten bestuurders en commissarissen alert zijn op (signalen van) misstanden. Het bestuur moet er ook voor zorgen dat werknemers misstanden kunnen melden zonder dat hun eigen positie gevaar loopt.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.