Praktijkgebieden: Ondernemingsrecht
Op 14 juli 2017 schreven wij dat de implementatie van de Vierde Anti-witwasrichtlijn 2015/849 was uitgesteld. Als gevolg daarvan werd ook de invoering van het UBO-register uitgesteld. Hoe zat het ook alweer?
Wij schreven al eerder dat de implementatie van de Anti-witwasrichtlijn zal betekenen dat er in Nederland een UBO-register zal worden ingevoerd. Het doel van het UBO-register is de bestrijding van witwassen, terrorismefinanciering en criminaliteit door middel van rechtspersonen binnen de EU. UBO staat voor “Ultimate Beneficial Owner”. In dit register zal worden bijgehouden wie de natuurlijke personen zijn die de uiteindelijke eigenaar zijn van of de zeggenschap hebben over een rechtspersoon. Volgens de richtlijn is een UBO bijvoorbeeld iemand die 25% in de aandelen van een vennootschap houdt.
In het kader van de implementatie van de Anti-witwasrichtlijn heeft de regering in 2017 een wetsvoorstel ingediend. In dit wetsvoorstel werd voorgesteld dat het UBO-register niet volledig toegankelijk voor iedereen zou zijn. Alleen bepaalde overheidsinstanties zoals het Openbaar Ministerie of de Belastingdienst zouden onbeperkte toegang hebben tot de UBO-informatie. Voor de gewone burger zou er beperkte toegang tegen vergoeding bestaan. Op dit punt van het voorstel is veel commentaar gekomen omdat men vreesde voor de schending van privacybelangen. Een andere reden voor weerstand was dat de Anti-witwasrichtlijn aan de lidstaten de keuze liet om de UBO-registers openbaar te maken of niet. Inmiddels is daarover overeenstemming bereikt tussen de Europese Commissie, het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van de Vierde Anti-witwasrichtlijn. Voor de lidstaten is het nu verplicht het UBO-register openbaar te maken.
De Anti-witwasrichtlijn had door de Europese lidstaten vóór 26 juni 2017 geïmplementeerd moeten worden. Niet alleen Nederland heeft deze datum niet gehaald. Een meerderheid van de Europese lidstaten is daar ook niet in geslaagd. Denemarken, het Verenigd Koninkrijk en Duitsland hebben al wel wetgeving ingevoerd.
Inmiddels zijn er nieuwe ontwikkelingen. Eind 2017 heeft de voormalige staatssecretaris van Financiën per brief aan de Voorzitter van de Tweede Kamer aangekondigd dat de regering van plan is begin 2018 het conceptwetsvoorstel voor de implementatie van de Anti-witwasrichtlijn in te dienen. Naar verwachting zal het UBO-register medio 2018 operationeel zijn.
We houden u op de hoogte.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.