Praktijkgebieden: Privacy
Zegt de naam Maximilian Schrems u nog iets? Dit is de Oostenrijkse student die in oktober 2015 veel ophef veroorzaakte omdat hij er hoogstpersoonlijk voor had gezorgd dat persoonsgegevens van Europeanen niet meer zomaar naar de Verenigde Staten mochten worden geëxporteerd. Hij bereikte namelijk dat het Europese Hof van Justitie (HvJEU) de zogenaamde “Safe Harbor”-beschikking van de Europese Commissie ongeldig verklaarde. Volgens het HvJEU was het Amerikaanse beveiligingsniveau voor persoonsgegevens niet van gelijkwaardig niveau als de Europese Privacyrichtlijn. De overheid kon daar te gemakkelijk toegang krijgen tot elektronische communicatie. En de burger kon daar ook niet eens fatsoenlijk bij de rechter over klagen. Te dol, volgens het hof. In de EU kan dat namelijk wel en dat “is inherent aan het bestaan van een rechtsstaat". Met andere woorden: de VS is dat op dit punt niet (en dit was nota bene nog ten tijde van president Obama).
Anyway: koortsachtig diplomatiek overleg was het gevolg en uiteindelijk is het allemaal wel weer goed gekomen middels het Privacy Shield: een nieuwe overeenkomst tussen de EU en de VS waarin een aantal extra waarborgen waren opgenomen.
Maar Max Schrems is intussen niet stil blijven zitten. De actie die tot bovengenoemde uitspraak van het HvJEU leidde was oorspronkelijk gericht tegen Facebook. En Schrems heeft dat bedrijf nog steeds op de korrel. In zijn thuisland Oostenrijk heeft hij een procedure lopen tegen Facebook Ierland (de Europese hoofdvestiging), waarin hij hen aanspreekt wegens diverse privacy-inbreuken in verband met zijn Facebook-account. Schrems eist dat Facebook een verbod wordt opgelegd bepaalde persoonsgegevens te gebruiken voor het bedrijf zelf en voor derden en vordert schadevergoeding voor het gebruik dat ze al hebben gemaakt. Hij doet dat in dezelfde procedure ook ten behoeve van zeven andere gebruikers, uit Duitsland, Oostenrijk en India.
Het is bijzonder dat Schrems die procedure tegen het Ierse Facebook in Oostenrijk voert. Uitgangspunt in het privaatrecht is dat procedures gevoerd worden voor de rechter van de woonplaats van de gedaagde. In dit geval zou dat Dublin, Ierland zijn. Op grond van Europese regels voor consumentenbescherming (Verordening 44/2001) kunnen consumenten in Europa Europese bedrijven echter dagen voor de rechter van hun eigen woonplaats (het “forum consumentis”). Dat was in dit geval Wenen.
Facebook verzette zich daar tegen. Volgens hen gebruikte Schrems Facebook ook om informatie te verstrekken over zijn acties tegen Facebook. Op die manier had hij ook de toestemming van de bovengenoemde zeven personen verkregen om mede ten behoeve van hen te procederen (waartoe zij hun vordering aan hem hadden overgedragen). Dat is volgens Facebook allemaal geen gebruik meer als consument.
Daar denkt het HvJEU anders over. Het hof besliste gisteren “dat een gebruiker van een particuliere Facebookaccount niet de hoedanigheid van „consument” in de zin van deze bepaling [uit verordening 44/2001, LB] verliest wanneer hij boeken publiceert, lezingen houdt, websites exploiteert, giften inzamelt en de rechten van talrijke consumenten aan zich laat cederen om deze rechten te doen gelden in rechte.” Een andere uitleg zou er volgens het Hof op neerkomen dat consumenten hun rechten, inclusief die betreffende de bescherming van hun persoonsgegevens, niet doeltreffend kunnen afdwingen.
Maar hoe zit het met de zeven personen die hun vordering ten behoeve van deze claim aan Schrems hadden gecedeerd? Daar kiest het hof voor Facebook. Volgens het HvJEU geldt dat bij het forum consumentis de consument “als economisch zwakkere en juridisch minder ervaren contractspartij […] slechts beschermd is voor zover hij persoonlijk eiser of verweerder in een rechtsgeding is. Bijgevolg is het forum consumentis niet van toepassing op de eiser die niet zelf partij is bij de betrokken consumentenovereenkomst […] [… Dit dient] eveneens te gelden voor een consument die cessionaris is van rechten van andere consumenten.”
Kortom: Schrems kan zijn procedure tegen Facebook in Wenen voortzetten. Maar alleen voor zichzelf en niet meer ten behoeve van de zeven anderen. Overigens hadden inmiddels al meer dan 25.000 personen wereldwijd hun vorderingsrechten jegens Facebook aan Schrems gecedeerd. Voor zover het EU-onderdanen betreft kunnen die alsnog zelf in hun eigen woonplaats aan de gang. Personen van buiten de EU zullen naar Dublin moeten.
We zijn benieuwd wat de Weense rechter gaat oordelen. Dat kan nu nog wel even gaan duren.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.