Praktijkgebieden: Privacy
Nog vier maanden en dan zal de Wet bescherming persoonsgegevens worden vervangen door de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG, soms ook wel GDPR genoemd – de afkorting van de Engelse benaming General data protection regulation). Het zal u vast niet zijn ontgaan, want bedrijven worden van alle kanten bestookt met informatie over de nieuwe regelgeving. Niet zelden wordt daarbij de indruk gewekt dat de regels over gegevensbescherming volledig op de schop gaan. Wij kiezen hier voor een wat realistischer insteek: in de basis gaat er namelijk helemaal niet zo heel veel veranderen. Dat wil overigens zeker niet zeggen dat u niets hoeft te doen: het is bijvoorbeeld vrijwel zeker dat u uw privacybeleid en bewerkersovereenkomsten moet herzien, en het is goed mogelijk dat u gegevens over uw verwerkingen moet gaan vastleggen.
In deze blog zullen we de wijzigingen op het vlak van de verwerkersovereenkomst belichten. Inderdaad verwerkersovereenkomst, want de auteurs van de Nederlandstalige versie van de AVG hebben ervoor gekozen om wat onder de Wbp nog bewerker (een partij die ten behoeve van de verantwoordelijke persoonsgegevens verwerkt) heet, verwerker te gaan noemen. Er valt wat te zeggen voor die keuze: ook in andere talen wordt de term “verwerken” (processing, Verarbeitung, traitement) gebruikt als verzamelnaam voor alle handelingen met persoonsgegevens (zoals verzamelen, opslaan en raadplegen), en de term “verwerker” voor de partij die ten behoeve van een verantwoordelijke gegevens verwerkt (processor, Verarbeiter, traitant). Daar staat tegenover dat de term ook verwarring kan wekken: niet iedereen die persoonsgegevens verwerkt, is verwerker. De verantwoordelijke, die in de AVG overigens verwerkingsverantwoordelijke heet, kan zelf immers ook verwerken, maar is daarmee uiteraard nog geen verwerker. Wat dat betreft is de term “bewerker” duidelijker.
De wijzigingen beperken zich niet tot de terminologie – de AVG stelt veel uitgebreidere eisen aan de verwerkersovereenkomst dan de Wbp deed. Waar onder de huidige wetgeving alleen afspraken over beveiliging en melding van datalekken schriftelijke hoeven te worden vastgelegd, vereist de AVG dat ook afspraken over andere onderwerpen op schrift worden gesteld. Hieronder vindt u een aantal verplichtingen die gelden voor de verwerker, en die vanaf 25 mei in alle verwerkersovereenkomsten moeten zijn opgenomen. Voor alle duidelijkheid, dit is een selectie – de AVG bepaalt ook voor enkele andere afspraken dat deze schriftelijk moeten worden vastgelegd.
Veel van bovenstaande verplichtingen zijn op zichzelf niet nieuw: ook onder de Wbp is de verwerker verplicht tot geheimhouding en moet hij de verantwoordelijke in staat stellen om te voldoen aan de verplichtingen van de Wbp. Wel nieuw is dat al deze verplichtingen in de verwerkersovereenkomst moeten worden opgenomen, waardoor de verwerker ook contractueel gehouden is om deze (wettelijke) verplichtingen na te komen. Twijfelt u of uw huidige verwerkersovereenkomsten voldoen aan de eisen van de AVG? Wij kijken graag even vrijblijvend met u mee! Mocht aanpassing nodig blijken, dan kunnen wij u daarvoor een mooi aanbod doen.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.