Praktijkgebieden:
Zomaar twee interessante uitspraken over portretrecht deze week. De eerste over een beroemde oud-voetballer, Edgar Davids, de tweede over een minder bekende Nederlander: de man die zijn foto op de voorpagina van de Volkskrant terugvond onder de kop "Is Schiphol nog veilig?". Over deze laatste kwestie liet Lex Bruinhof zich al eerder uit op dit weblog, maar nu heeft ook het hof Amsterdam zich erover uitgesproken.
Maar eerst Edgar Davids. Bij hem ging het niet om een foto, maar om een spelkarakter in het computerspel League of Legends. Dat karakter, Striker Lucian genaamd, was onder meer uitgerust met dreadlocks, een stevige bouw, een (vrij willekeurig) voetbaltenue en… een grote sportbril. Davids zag al snel de gelijkenissen met zijn uiterlijk, en beklaagde zich daarover bij de maker van het spel. Die verweerde zich onder meer door te stellen dat de gelaatstrekken anders waren en Lucian een heel ander tenue draagt dan Davids.
Daar is de rechtbank Amsterdam niet in meegegaan. Een afbeelding is, zo stelt de rechtbank, immers per definitie niet gelijk aan de afgebeelde persoon, omdat het een afbeelding is en niet de persoon zelf. Het gaat erom of de persoon te herkennen is in het portret, en bij het publiek wordt het beeld van Davids opgeroepen bij de afbeeldingen. Daarbij acht de rechter het relevant dat de maker van het spel onder meer op Twitter heeft gemeld dat Striker Lucian inderdaad geïnspireerd is door Davids.
Striker Lucian is dus een portret van Davids. Daarmee is de oud-voetballer er nog niet: het publiceren van andermans portret is niet zonder meer onrechtmatig. Dat is bij een portret dat niet in opdracht gemaakt is (zoals hier) namelijk pas het geval wanneer de geportretteerde een redelijk belang heeft om zich tegen openbaarmaking te verzetten. Om die vraag te beantwoorden moet met name een afweging worden gemaakt tussen twee in beginsel gelijkwaardige grondrechten: de vrijheid van meningsuiting en het recht op een persoonlijke levenssfeer. Daaronder valt niet alleen het recht op privéleven in strikte zin, maar ook de bescherming van commerciële belangen.
Die commerciële belangen van Davids geven hier de doorslag. Door zijn werk als voetballer is hij een bekende persoon geworden, die zijn bekendheid kan exploiteren, bijvoorbeeld door geld te vragen voor afbeeldingen van zijn portret (de zogenaamde verzilverbare populariteit). Het belang van de maker van het spel om het portret te gebruiken is veel minder duidelijk: het gebruik van het portret van Davids verschaft weinig informatie en is eigenlijk alleen maar een verfraaiing van het spel. Dat zijn geen rechten die de vrijheid van meningsuiting poogt te beschermen. De rechter oordeelt dan ook dat er sprake is van een inbreuk op het portretrecht van Edgar Davids.
De tweede zaak is van een hele andere orde. Het portret in kwestie, afgedrukt op de voorpagina van De Volkskrant, is een foto van een man met een Arabisch uiterlijk in een auto, die door een militair buiten de auto wordt ondervraagd. Over de foto heen stond de kop “Is Schiphol nog veilig?”, als opmaat voor een artikel binnenin de krant over de veiligheidsmaatregelen op Schiphol in verband met de toen actuele verhoogde terreurdreiging.
De afgebeelde man voelde zich in zijn privéleven aangetast – naar eigen zeggen kreeg hij veel verontruste berichten van familie en vrienden. De Volkskrant verweerde zich, niet verrassend, met een beroep op de vrije nieuwsgaring, en stelde dat de foto relevant is omdat deze toont dat met name mannen met een Arabisch uiterlijk werden gecontroleerd door de marechaussee. Ook hier wordt dus een afweging gemaakt tussen het recht op privéleven en de vrijheid van meningsuiting, en ook in deze zaak trekt de partij die het portret publiceert aan het kortste eind.
De reden daarvoor is in deze zaak wel anders, omdat het commerciële belang van De Volkskrant bij het gebruik van deze foto niet echt een rol speelt. Wat voor het hof Amsterdam de doorslag geeft, is dat het artikel in het kader waarvan de foto gepubliceerd is helemaal niet over etnisch profileren gaat, maar alleen over de beveiliging van Schiphol en de organisatorische problemen die zich daarbij voordoen. Dat betekent dat De Volkskrant eigenlijk helemaal geen goede reden had om de foto van de man te publiceren, terwijl de man wel een goede reden heeft om zich tegen publicatie te verzetten (namelijk de ongewenste associatie met terrorisme). De Volkskrant moet de man daarom een vergoeding betalen voor de immateriële (emotionele) schade die hij heeft geleden door de publicatie.
En hoe zit dat dan, hoor ik u denken, met de foto’s die De Volkskrant afgelopen week van Edgar Davids publiceerde, waarop hij breed lachend stond afgebeeld naast de Zimbabwaanse president Robert Mugabe? Daar zal Davids weinig tegen kunnen beginnen, want in dat geval gaat de vrije nieuwsgaring voor. Het feit dat Davids (tezamen met Patrick Kluivert) op bezoek gaat bij een dictator is nieuws, juist omdat hij zo bekend is. De berichtgeving daarover draagt bij aan het maatschappelijke debat, en een foto van die gebeurtenis vormt daarbij een goede illustratie. In zo’n geval is de foto, anders dan bij de foto van de man bij Schiphol, wel relevant en zal het recht op privacy van de oud-voetballer het moeten afleggen tegen de vrijheid van meningsuiting.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.