Praktijkgebieden:
Onlangs maakte AkzoNobel bekend dat topman Ton Büchner wegens gezondheidsredenen is teruggetreden. Of een en ander te maken heeft met de overnamestrijd met concurrent PPG is niet duidelijk. Wel is duidelijk dat de rust bij AkzoNobel nog niet is wedergekeerd. Op 27 juli jl. diende wederom een mondelinge behandeling geïnitieerd door Elliot.
Wat is er ook alweer aan de hand bij AkzoNobel? PPG, een Amerikaanse concurrent van AkzoNobel, heeft in het voorjaar verschillende pogingen gedaan om AkzoNobel over te nemen. Het bestuur van AkzoNobel heeft de biedingen van PPG steeds resoluut van de hand gewezen. Dit tot groot ongenoegen van haar activistische aandeelhouder Elliot.
Eerder schreven wij al over de door Elliot aangespannen enquêteprocedure. De door Elliot verzochte onmiddellijke voorzieningen zijn door de Ondernemingskamer afgewezen bij beschikking van 29 mei 2017. Op 20 september 2017 staat een volgende zitting bij de Ondernemingskamer op de agenda. Tijdens die zitting zal het niet meer gaan om onmiddellijke voorzieningen. In plaats daarvan zal worden gesproken over de noodzaak van het instellen van een onderzoek naar het beleid en de gang van zaken bij AkzoNobel. Een dergelijk onderzoek kan worden gelast op grond van artikel 2:345 BW.
Indien de Ondernemingskamer vindt dat er redenen zijn om een dergelijk onderzoek te bevelen, zal een onderzoeker worden aangesteld. Deze onderzoeker zal zich een oordeel vormen over het beleid bij AkzoNobel. De onderzoeker rapporteert aan de Ondernemingskamer, die vervolgens een tweede beschikking zal wijzen. In deze beschikking wordt bepaald of al dan niet sprake is van wanbeleid bij AkzoNobel.
Los van de enquêteprocedure, diende vorige week donderdag een door Elliot aangespannen kort geding. Onderwerp van deze procedure is (wederom) het gelasten van een buitengewone vergadering van aandeelhouders (bava). Elliot wil dat tijdens deze bava gestemd wordt over het ontslag van president-commissaris Burgmans. Eerder zag de Ondernemingskamer geen reden om dit verzoek toe te wijzen.
Elliot baseert haar nieuwe verzoek op de artikelen 110 en 111 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. Volgens deze artikelen moet de voorzieningenrechter (rechter in kort geding) toetsen of de aandeelhouder een redelijk belang heeft bij het gelasten van een vergadering. Dit belang moet vervolgens worden afgezet tegen het belang van de vennootschap. De voorzieningenrechter kan het verzoek slechts afwijzen indien een zwaarwichtig belang van de vennootschap zich tegen de vergadering verzet. Uit deze formulering volgt dat hiervan niet snel sprake zal zijn.
Het is afwachten hoe de voorzieningenrechter oordeelt over dit onderwerp. Op 10 augustus a.s. doet de rechtbank Amsterdam uitspraak. Wij houden u op de hoogte.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.