Praktijkgebieden:
Vorige maand berichtten wij al over de overnamestrijd waarin AkzoNobel is beland. Wat is er ook alweer aan de hand? Rivaal van AkzoNobel, het Amerikaanse bedrijf PPG, wil de Nederlandse verfproducent overnemen. PPG heeft daartoe verschillende biedingen gedaan. Tot groot ongenoegen van bepaalde aandeelhouders van AkzoNobel, heeft de het bestuur van de vennootschap deze biedingen resoluut van de hand gewezen.
Het afwijzen van de biedingen van PPG heeft geleid tot onvrede bij AkzoNobel-aandeelhouders Elliott International L.P. en The Liverpool Limited Partnership (“Elliot”). De problemen tussen AkzoNobel en Elliot bereikten hun hoogtepunt doordat de aandeelhouders recent een verzoekschrift indienden bij de Ondernemingskamer (“OK”).
In het verzoekschrift heeft Elliot de OK gevraagd zogenaamde onmiddellijke voorzieningen te treffen. Deze onmiddellijke voorzieningen zouden moeten bijdragen aan (het in gesprek gaan over) een overname van AkzoNobel. Een van de wensen van Elliot was dat een bijzondere aandeelhoudersvergadering (“bava”) gehouden zou worden. Tijdens zo’n bava zou gestemd kunnen worden over het ontslag van president-commissaris Burgmans. Deze commissaris is volgens Elliot een belangrijke tegenstander van een overname door PPG.
Op 22 mei jl. heeft de zitting bij de OK plaatsgevonden. Precies een week daarna, op 29 mei jl. heeft de OK haar voor Elliot negatieve uitspraak gedaan. Alle door Elliot verzochte voorzieningen zijn afgewezen. Dit betekent dat er bijvoorbeeld geen bava komt.
In haar beschikking legt de OK uit dat het de taak is van het bestuur en de RvC om te beslissen over de strategie van een onderneming. De aandeelhouders kunnen hen niet dwingen om te onderhandelen met een geïnteresseerde partij. Uit de beschikking blijkt wel dat het bestuur en de RvC een bod serieus moeten behandelen. Volgens de OK hebben het bestuur en de RvC van AkzoNobel dit echter in voldoende mate gedaan. AkzoNobel zou de biedingen van PPG serieus en inhoudelijk geanalyseerd hebben, op basis waarvan zij mocht besluiten geen inhoudelijke gesprekken of onderhandelingen met PPG te voeren.
Omdat de verzoeken van Elliot zijn afgewezen en het bestuur en de RvC van AkzoNobel tegen een overname zijn, kon PPG AkzoNobel slechts nog proberen te verkrijgen door middel van een vijandige overname. PPG had tot 1 juni jl. de tijd om haar bieding door te zetten maar heeft deze kans voorbij laten gaan. Dit betekent dat PPG in ieder geval een half jaar moet wachten alvorens zij weer een bod mag uitbrengen. AkzoNobel is dus in ieder geval tijdelijk in rustiger vaarwater terecht gekomen.
Door het Nederlands bedrijfsleven is zeer positief gereageerd op de uitspraak van de OK. Ook minister Kamp heeft zich recent uitgelaten over ongewenste overnames. Hij is van plan om regels te maken om Nederlandse bedrijven meer te beschermen. Wij zullen u ook daarvan op de hoogte houden.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.