Praktijkgebieden: ICT en internetrecht
Begin vorig jaar berichtten wij op deze plek over de Wet gegevensverwerking en meldplicht cybersecurity, die op dat moment aan de Tweede Kamer voorlag. De wet introduceert een meldplicht voor zogenaamde vitale aanbieders, overheidsorganen en private bedrijven die actief zijn in een sector die onderdeel uitmaakt van de vitale infrastructuur van Nederland. Wanneer zo’n vitale aanbieder te maken krijgt met een inbreuk op de veiligheid of een verlies van integriteit van een ICT-systeem zal dit gemeld moeten worden bij het Nationaal Cyber Security Centrum.
De Tweede Kamer heeft het wetsvoorstel eind oktober 2016 ongewijzigd aangenomen, en inmiddels buigt de Eerste Kamer zich erover. Een van de vragen vanuit de Eerste Kamer was welke organisaties precies als vitale aanbieder in de zin van de wet worden gezien. In antwoord op die vraag heeft de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, Klaas Dijkhoff, een overzicht van typen bedrijven die als vitale aanbieders worden gezien opgesteld. In dit overzicht staan onder meer drinkwaterbedrijven, beheerders van energienetwerken, aanbieders van communicatiediensten (met minimaal een miljoen gebruikers) en banken.
Het overzicht zal, op grond van artikel 5 van de (voorgestelde) wet, worden opgenomen in een algemene maatregel van bestuur. Het concept daarvoor is gepubliceerd in het kader van een internetconsultatie, die op 16 mei jl. is afgesloten. Een van de reacties is afkomstig van KPN: zij stelt onder meer dat ook aanbieders van berichtendiensten zoals WhatsApp als vitale aanbieder zouden moeten worden gezien. Branchevereniging Nederland-ICT vraagt in haar reactie aandacht voor het toenemende aantal meldplichten, en zou graag zien dat deze processen meer gestroomlijnd worden.
De wet zal naar verwachting op korte termijn in stemming worden gebracht in de Eerste Kamer, en kan dan ook binnen enkele maanden al in werking treden. Het overzicht van vitale aanbieders zal naar aanleiding van de consultatie mogelijk nog enigszins worden aangepast – de algemene maatregel van bestuur zal daarom iets langer op zich laten wachten.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.