icon

“Recht op vergetelheid" geldt niet voor bestuurders van vennootschappen

Het Hof van Justitie van de EU (HvJEU) heeft vandaag weer uitspraak gedaan in een zaak waarin een beroep werd gedaan op het “recht vergeten te worden”. Dit recht heeft een officiële plaats gekregen in de Europese Privacyverordening van 27 april 2016 onder het fraai vertaalde kopje “Recht op gegevenswissing (‘recht op vergetelheid’)”. Nu treedt die verordening pas op 25 mei 2018 in werking, maar de nu nog geldende EU Privacyrichtlijn biedt er ook aanknopingspunten voor. Zeker sinds de eerdere uitspraak van het HvJEU uit 2014 in de zaak van Costeja tegen Google.

Deze keer ging het om een Italiaanse projectontwikkelaar die de wooneenheden in een nieuw toeristencomplex maar niet verkocht kreeg. Reden daarvoor was volgens hem dat een eerdere vennootschap waarvan hij bestuurder was geweest in 1992 failliet was gegaan (welk faillissement in 2005 was afgewikkeld). Dat kon nog altijd worden teruggevonden in het handelsregister. De ondernemer had daarom de plaatselijke kamer van koophandel gevraagd de persoonsgegevens die hem met dat faillissement in verband brachten te willen anonimiseren. Die kamer was daartoe zelfs door de rechter veroordeeld, maar was daartegen in cassatie gegaan bij de hoogste Italiaanse rechter. Deze vroeg nu uitleg van de Privacyrichtlijn en van een Europese richtlijn over handelsregisters aan het HvJEU.

In de uitspraak van vandaag wijst het HvJEU op het belang van de openbaarheid van het handelsregister, met name voor wie zaken doet met een aandelenvennootschap. Dergelijke rechtspersonen bieden immers geen andere waarborg dan het vennootschapsvermogen. En zelfs nog jaren nadat een vennootschap is opgehouden te bestaan kunnen er vragen rijzen waarvoor inzage in de persoonsgegevens uit het handelsregister nodig is. Het hof concludeert daarom dat de lidstaten natuurlijke personen van wie de gegevens “in het vennootschapsregister” zijn ingeschreven, daarom niet het recht kunnen toekennen die persoonsgegevens vanaf een bepaalde datum na de ontbinding van de vennootschap “uitgewist” te krijgen.

Dat moge een inbreuk vormen op de grondrechten van de betrokken (met name het recht op eerbiediging van het privéleven en het recht op bescherming van persoonsgegevens), maar die inbreuk is volgens het Hof “niet onevenredig”. Allereerst gaat het slechts om een beperkt aantal persoonsgegevens. En bovendien weegt het belang van de (ex-)handelspartners van de vennootschap in kwestie zwaarder, nu zij geen andere waarborg hebben dan het eigen vermogen van die vennootschap. In de woorden van het Hof:

“Hierop gelet lijkt het gerechtvaardigd dat natuurlijke personen die ervoor kiezen om aan het economisch verkeer deel te nemen met behulp van een dergelijke vennootschap, de gegevens met betrekking tot hun identiteit en taken binnen de vennootschap openbaar dienen te maken, temeer daar zij op de hoogte zijn van die verplichting wanneer zij dergelijke activiteiten starten.”

Het Hof houdt wel de mogelijkheid open dat in bijzondere situaties na verloop van tijd de inzage van de gegevens wordt beperkt tot derden die daar écht belang bij hebben:

"niet valt uit te sluiten dat er uitzonderlijke situaties kunnen zijn waarin zwaarwegende en gerechtvaardigde redenen die verband houden met het specifieke geval van de betrokkene, bij wijze van uitzondering rechtvaardigen dat de toegang tot de hem betreffende persoonsgegevens in het register, na verloop van een voldoende lange termijn na de ontbinding van de betrokken vennootschap, wordt beperkt tot derden die een aantoonbaar belang hebben bij inzage in die gegevens."

Daar moeten de nationale wetgevers dan echter maar een regeling voor treffen, aldus het Hof.

Mijns inziens een passende uitspraak. Het is van groot belang in het handelsverkeer dat je kunt weten met wie je zaken doet. Zeker als dat een B.V. (of N.V.) is, is het wenselijk dat je weet wie daar achter zitten en wat het zakelijke verleden van die betrokkenen is.

Heeft u vragen?

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.
“Recht op vergetelheid" geldt niet voor bestuurders van vennootschappen

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief