Praktijkgebieden: Privacy
Vier jaar na het eerste voorstel van de Europese Commissie is het nu dan toch echt zo ver: de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) is gisteren goedgekeurd door het Europees Parlement. Over iets meer dan twee jaar zal de verordening directe werking krijgen in alle lidstaten van de EU en daarmee de huidige nationale privacywetten, waaronder onze eigen Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp), gaan vervangen. De goedkeuring van het Parlement heeft niet voor niets zo lang op zich laten wachten: er is een hoop gesteggel aan vooraf gegaan.
Zo was er eind 2013 al de nodige ophef over een voorstel van de Commissie Burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken van het Parlement om een nieuwe categorie persoonsgegevens op te nemen in de verordening: de zogenaamde pseudonieme persoonsgegevens (gegevens die alleen met behulp van extra informatie tot een natuurlijke persoon te herleiden zijn). Voor dat type persoonsgegevens zouden minder strenge eisen gaan gelden dan voor gewone persoonsgegevens. Alle protesten van nationale privacyautoriteiten en -waakhonden ten spijt, heeft het voorstel de definitieve versie van de verordening gehaald.
Een bezwaar dat door de Nederlandse regering tegen de oorspronkelijke tekst van de verordening naar voren werd gebracht betrof de beperkte mogelijkheden om het verbod op de verwerking van bijzondere persoonsgegevens te doorbreken. De Wbp kent nu nog verschillende specifieke uitzonderingen op dat verbod. Zo mogen pensioenfondsen op grond van de Wbp gegevens betreffende de gezondheid verwerken. In het oorspronkelijke voorstel voor de AVG zou die uitzondering vervallen. De Nederlandse protesten hebben daar niets aan veranderd: de uitzonderingen op het verbod om bijzondere persoonsgegevens te verwerken zijn, vergeleken met de Wbp, beperkt (maar daardoor wel een stuk overzichtelijker).
Op een ander punt is de Nederlandse regering succesvoller gebleken. In het oorspronkelijke ontwerp was maar weinig ruimte voor het “gerechtvaardigd belang van de verantwoordelijke” als grond voor de rechtmatige verwerking van persoonsgegevens. Dat is een beetje een restgrond, die uiteenlopende verwerkingen – van cameratoezicht tot fraudebestrijding en marktonderzoek – mogelijk maakt. Door actief lobbywerk van Nederland is er in de uiteindelijke versie veel meer ruimte gekomen voor zulke verwerkingen, die uitsluitend het belang van de verantwoordelijke dienen. Overweging 47 van de verordening biedt nu zelfs ruimte voor verwerkingen in het kader van direct marketing.
Over de verdere bijzonderheden van de AVG zullen wij u de komende tijd op deze plek uitgebreid informeren. Daarbij zullen wij met name aandacht besteden aan de zaken die echt nieuw zijn, zoals de uitgebreidere informatieverplichtingen voor verantwoordelijken en de verplichting om een functionaris voor de gegevensbescherming in te stellen. Uiteraard zullen we ook de kleinere veranderingen niet onbelicht laten. U heeft overigens nog even de tijd om helemaal bij te raken: de verordening krijgt pas twee jaar en twintig dagen na publicatie (die ergens in de komende weken zal plaatsvinden) directe werking. Tot die tijd blijft de Wbp gewoon van kracht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.