Praktijkgebieden: Privacy
Wij naderen het einde van onze serie die u moet voorbereiden op de spoedige inwerkingtreding van de Wet Meldplicht Datalekken. We hebben inmiddels de kern van de in de Wbp in te voegen artikelen besproken. Daarbij hebben we vooral ook aandacht besteed aan de Richtsnoeren van het CBP waarin de wettelijke bepalingen nader worden uitgelegd.
Het kan niettemin soms wenselijk zijn de wettekst erbij te pakken. Dat kan natuurlijk in de vorm van de de Wet Meldplicht zelf, zoals deze inmiddels is gepubliceerd. Dan ziet u echter alleen de nieuw in te voeren bepalingen.Wij kunnen ons voorstellen dat er, vooral bij de bedrijfsjuristen onder u, behoefte bestaat de nieuwe bepalingen alvast in de context van de “oude” (maar te handhaven) Wbp te kunnen naslaan. Dat vonden we zelf ook handig en daarom hebben we een Redline (zo u wilt: Track Changes ) versie gemaakt. Deze treft u hier aan.
Zoals gebruikelijk in een Redline versie treft u de toevoegingen aan in de vorm van rode, onderstreepte tekst (nou ja, oranjebruin eigenlijk in dit geval) en de doorhalingen in dezelfde kleur, maar dan doorgehaald. Doorhalingen zijn er echter bijna niet: het gaat zoals bekend eerst en vooral om nieuwe regels.
Daar moet u wel even voor scrollen. Behalve wat nieuwe begrippen in artikel 1, vindt u de eerste toevoegingen in artikel 14. Daar staan de nieuwe verplichtingen geregeld ten aanzien van de verhouding tussen de verantwoordelijke en de bewerker van persoonsgegevens. Wij komen daar in deze serie nog op terug. Artikel 34a is vervolgens het belangrijkst: hier is de gehele inhoudelijke kant van de meldplicht geregeld.
In artikel 51, lid 4 is de naamswijziging van het CBP verstopt. Hoewel deze instantie formeel College Bescherming Persoonsgevens blijft heten (anders moesten er zoveel andere wetten worden gewijzigd) wordt het College straks “in het maatschappelijk verkeer aangeduid als Autoriteit Persoonsgegevens”. Artikel 51a geeft het CBP de bevoegdheid samen te werken en gegevens uit te wisselen met andere toezichthouders (zoals de Inspectie voor de Gezondheidszorg). En artikel 66 regelt de inmiddels beruchte bestuurlijke boetes (waarbij artikel 71 expliciet bepaalt dat deze worden opgeschort gedurende de beroepstermijn en een lopend beroep).
Dat is het, in grote lijnen. Op een wet van 32 A4-tjes een krappe drie pagina's nieuwe tekst. Maar wel tekst met impact, dat moge u inmiddels uit deze serie duidelijk zijn.
Overzicht van de andere afleveringen van deze serie
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.