Praktijkgebieden: Intellectuele eigendom
Paniek op weblogs, in het nieuws en op Wikipedia! Het Europees Parlement zou van plan zijn om het maken en verspreiden van foto’s van gebouwen te verbieden op grond van het auteursrecht van de makers daarvan. Als gevolg van zo’n verbod zouden onschuldige vakantiegangers die kiekjes maken van de Eiffeltoren of Westminster Abbey het risico lopen gearresteerd te worden!
Ter geruststelling, zo’n vaart zal het niet lopen. Handhaving van het auteursrecht heeft bij de meeste Europese opsporingsdiensten en openbaar ministeries geen prioriteit, en zeker niet wanneer het om kleinschalige inbreuken van particulieren gaat. Foto’s van Westminster Abbey zullen hoe dan ook geen inbreuk opleveren: de architect van de laatste toevoegingen aan de kerk is al bijna 300 jaar niet meer onder ons. Ook het auteursrecht op de Eiffeltoren is al zo’n twintig jaar vervallen: enkel op de nachtelijke uitlichting van het bouwwerk rust nog auteursrecht.
Wat is er dan wel aan de hand? De Europese Auteursrechtrichtlijn (uit 2001) bepaalt dat elke lidstaat het auteursrecht op werken in de openbare ruimte mag beperken, in die zin dat het maken van verveelvoudigingen en het openbaar maken daarvan geen inbreuk op het auteursrecht van de maker van het werk (zoals de architect) vormt. De meeste lidstaten hebben deze beperking ingevoerd, maar een aantal heeft dat niet gedaan. Nederland wel: artikel 18 van de Auteurswet bepaalt dat een verveelvoudiging of openbaarmaking van een gebouw of kunstwerk in de openbare ruimte zoals het zich aldaar bevindt, geen inbreuk op het auteursrecht vormt.
Een commissie van het Europees Parlement heeft recent onderzoek gedaan naar de implementatie van de Auteursrechtrichtlijn. Daaruit is onder meer gebleken dat er grote verschillen tussen de lidstaten bestaan met betrekking tot de panoramavrijheid, zoals de bovengenoemde uitzondering ook wel wordt genoemd. Die verschillen zouden een negatieve invloed hebben op de werking van de interne markt: rechthebbenden en gebruikers van de verveelvoudigingen moeten voor elke lidstaat nagaan wat de plaatselijke regels zijn. Daarom stelt de parlementaire commissie nu voor om commercieel gebruik van afbeeldingen en video’s van werken in de openbare ruimte altijd aan de toestemming van de maker van het werk te onderwerpen.
Dit voorstel maakt deel uit van een resolutie over het auteursrecht, waarover op 9 juli a.s. wordt gestemd in het Europees Parlement. Mocht de resolutie worden aangenomen, dan zal dat geen directe gevolgen hebben: het parlement heeft namelijk niet de bevoegdheid om zelfstandig regelgeving uit te vaardigen. Het voorstel van het Parlement is dan ook niet meer dan een niet-bindende oproep aan de Europese Commissie (die het exclusieve recht heeft wetsvoorstellen in te dienen) om een wetsvoorstel van die strekking in te dienen. Áls de Commissie zo’n voorstel indient, zal het Europees Parlement vervolgens tezamen met de Raad van Ministers moeten beslissen. Pas als beide het wetsvoorstel aannemen, zal de panoramavrijheid worden beperkt. Zo ver is het echter nog lang niet.
En zou het eigenlijk wel zo erg zijn als de panoramavrijheid beperkt wordt? Voor vakantiegangers maakt het geen verschil: hun kiekjes vormen geen commercieel gebruik. Ook voor Wikipedia zal het weinig verschil moeten maken: de site is niet commercieel. Voor de media voorzie ik over het algemeen evenmin problemen: als een foto van een nieuwsfeit op de achtergrond een auteursrechtelijk beschermd werk toont, zul je dat niet snel als commercieel gebruik kunnen betitelen. Voor recensies van bouwwerken en kunstwerken, waarbij een foto van het betreffende werk wordt geplaatst, kan een beroep worden gedaan op het citaatrecht. Producenten van bijvoorbeeld kalenders en ansichtkaarten zullen echter op hun tellen moeten gaan passen wanneer zij foto’s van recentere bouwwerken willen gebruiken.
Lastiger zijn de randgevallen, zoals weblogs met reisverslagen en -foto’s waarop enige advertenties staan, speelfilms die zich afspelen rondom een bepaald gebouw en foto’s op sociale media. De laatste worden door de plaatser ervan niet commercieel gebruikt, maar mogelijk wel door het medium waarop de foto’s zijn geplaatst. Mocht het voorstel door de Europese Commissie worden overgenomen, dan is het dus van het grootste belang dat duidelijk wordt gesteld wanneer er sprake is van commercieel gebruik.
Het is overigens maar de vraag of het zo ver gaat komen. Er lijkt grote maatschappelijke weerstand te bestaan tegen het voorstel, en mogelijk sneuvelt het daarom volgende week al. Mocht u het niet willen afwachten en dit toekomstbeeld koste wat kost willen voorkomen, dan kunt u uiteraard uw stem laten horen, bijvoorbeeld door het tekenen van een online petitie, of door het aanschrijven van een van de leden van het Europees Parlement.
Update (10 juli 2015): het Europees Parlement heeft inmiddels gestemd en daarbij het voorstel afgewezen! Inperking van de panoramavrijheid is daarmee (vooralsnog) van de baan.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.