Praktijkgebieden: Privacy
De Privacycommissie, de Belgische zusterorganisatie van “ons” College Bescherming Persoonsgegevens (CBP), heeft het wereldnieuws gehaald met een procedure tegen Facebook. Reden daarvoor is dat de netwerksite niet alleen haar eigen gebruikers volgt door middel van cookies, maar ook niet-gebruikers (ja, die zijn er ook – steeds meer zelfs). Anders dan gebruikers hebben de laatsten daar geen toestemming voor gegeven, en dat is een overtreding van de Belgische implementatie van de Europese Privacyrichtlijn (waar ook de Nederlandse Wet bescherming persoonsgegevens op gebaseerd is). Ook het CBP doet momenteel onderzoek naar Facebook.
Het standaardverweer van Facebook in dit soort kwesties is dat zij zich niet aan de lokale – in dit geval Belgische – privacywetgeving hoeft te houden, omdat de verantwoordelijke voor de verwerking van persoonsgegevens gevestigd is in Ierland. De verantwoordelijke is de partij die, kort gezegd, vaststelt hoe en met welk doel de persoonsgegevens worden verzameld, opgeslagen et cetera, en er daarbij voor moet zorgen dat dit conform de wet gebeurt. Ierland is overigens niet toevallig als vestigingsplaats gekozen: de Ierse privacyautoriteit staat niet bepaald bekend om haar actieve handhaving van de privacywetgeving (hoewel het gunstige fiscale klimaat ook een rol zal spelen).
Ook in Nederland verweerde Facebook zich onlangs met dit argument. Een gebruiker had zich met een bepaald verzoek tegen het bedrijf tot de rechter gericht. Uit het vonnis blijkt niet wat het verzoek inhield, omdat de rechter niet eens toekwam aan de behandeling van het verzoek: hij accepteerde namelijk het verweer van Facebook.
Dat oordeel van de rechtbank lijkt op het eerste gezicht onjuist. De Nederlandse privacywetgeving is namelijk van toepassing op elke verwerking van persoonsgegevens in het kader van activiteiten van een vestiging van een verantwoordelijke in Nederland. Facebook heeft een vestiging in Nederland – die zich met name bezighoudt met de verkoop van advertentieruimte, dé reden waarom de cookies worden geplaatst – en lijkt zodoende onder de Nederlandse privacyregels te vallen. Dat is door het Europese Hof voor Google en haar lokale vestigingen bevestigd in het “vergeet-arrest”.
Er bestaat echter een belangrijk verschil tussen Google en Facebook: anders dan Google heeft Facebook wél een verantwoordelijke aangewezen in Europa, namelijk de Ierse dochter. De Nederlandse vestiging van Facebook is geen dochter van die Ierse vennootschap, maar van het Amerikaanse Facebook Global Holdings II LLC. De Nederlandse Facebook-vestiging is daarmee strikt genomen dus geen vestiging van de verantwoordelijke.
De Facebookgebruiker die het verzoek bij de rechter indiende had er vermoedelijk goed aan gedaan niet alleen de Nederlandse dochter aan te spreken, maar ook de Amerikaanse moeder en de Ierse dochter. Wellicht had een wat actievere houding in de procedure hem ook goed gedaan: uit het vonnis blijkt dat hij zich wat laks heeft opgesteld, en daar heeft Facebook goed gebruik van gemaakt. De Privacycommissie – en als de uitkomsten van het onderzoek daartoe nopen, ook het CBP – zal, met de ogen van de (privacy)wereld op zich gericht, ongetwijfeld beter haar best gaan doen.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.