Praktijkgebieden: Intellectuele eigendom
Wanneer je een willekeurig persoon naar een voorbeeld van een auteursrechtelijk beschermd werk vraagt, is de kans groot dat hij een bepaald boek zal noemen, of wellicht een muziekwerk. Andere voor de hand liggende werken zijn natuurlijk toneelvoorstellingen, films, schilderijen, beeldhouwwerken en foto’s. Dat computerprogramma’s auteursrechtelijk beschermd (kunnen) zijn is inmiddels ook wel bekend. Minder mensen zullen weten dat ook op geur auteursrecht kan rusten, zoals in 2006 door de Hoge Raad werd bevestigd. Een geur of geurcombinatie – zoals een parfum, waar de betreffende zaak om ging – kan immers een eigen, oorspronkelijk karakter hebben en het persoonlijk stempel van de maker dragen, de twee ingrediënten die een voortbrengsel tot een werk maken.
Langs dezelfde weg beredeneerde de bedenker (spoiler alert: maker) van Heksenkaas, een zogenaamde smeerdip met roomkaas en verse kruiden, dat ook smaak auteursrechtelijk beschermd kan zijn. Dat is op zichzelf wel een logische gedachtegang: als een geur een werk kan zijn, moet een smaak dat ook kunnen zijn. Evenals een geur is een smaak niet tastbaar, van vluchtige aard, subjectief en volgens verschillende recepten (namelijk met verschillende ingrediënten) te bereiden. Uiteraard moet vervolgens nog worden voldaan aan de hiervoor genoemde criteria, maar dat zou in het geval van Heksenkaas geen probleem moeten zijn volgens de bedenker. Hij heeft het product zelf bedacht en niet ontleend aan een ander werk (dus: eigen, oorspronkelijk karakter), en bovendien komt het voort uit subjectieve, creatieve keuzes (dus: persoonlijk stempel van de maker).
De voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag is het met de bedenker eens en oordeelt dat in het verlengde van het bovengenoemde parfum-arrest ook een smaak een werk kan zijn (de uitspraak is te vinden via IE-Forum). Daarbij acht hij het voldoende aannemelijk dat de specifieke smaak van Heksenkaas voldoet aan de criteria voor auteursrechtelijke bescherming. Kortom: Heksenkaas is vooralsnog een werk. Vooralsnog, want het betreft een oordeel van de kortgedingrechter naar aanleiding van een verzoek tot het leggen van beslag. Binnenkort zal naar alle waarschijnlijkheid een nadere procedure volgen, waarin definitief beproefd zal worden of smaak inderdaad aan de lange lijst van werken kan worden toegevoegd.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.