Praktijkgebieden: Intellectuele eigendom
Voor auteursrechthebbenden is het vaak lastig te achterhalen wie hun werken illegaal hebben gedownload. Het is betrekkelijk eenvoudig om de ip-adressen van de inbreukmakers te vinden, maar aan een ip-adres zoals 194.109.153.136 heb je niet zoveel. Om uit te vinden wie achter zo'n nummer zit, kloppen auteursrechthebbenden daarom aan bij providers. Die delen de ip-adressen uit aan hun abonnees en weten zodoende als geen ander wie – of, beter gezegd: welke aansluiting, aangezien een ip-adres over het algemeen gekoppeld is aan de aansluiting en niet aan een persoon – achter welk ip-adres schuilgaat.
Aldus trachtte ook een Duitse producent van pornofilms de namen van enkele abonnees die films van haar hand hadden gedownload, te krijgen van provider UPC. Die weigerde afgifte, waarna de producent de persoonsgegevens in kort geding van UPC vorderde. Het Hof Amsterdam heeft in 2005 criteria opgesteld om te bepalen of een internetdienstverlener in zo'n geval gegevens van een abonnee moet verstrekken. Een daarvan is dat uit een belangenafweging moet blijken dat de belangen van de auteursrechthebbende zwaarder wegen dan die van de provider en de abonnees.
In de procedure voerde UPC diverse verweren tegen de afgifte, waarvan een toch wel erg leuk gevonden is: in dit geval zou het privacybelang van de abonnees (dat uiteraard altijd onderdeel uitmaakt van de bovengenoemde belangenafweging) zwaarder moeten wegen dan het belang van de producent, omdat het hier ging om zeer gevoelige gegevens, namelijk het bekijken van pornofilms. De betrapte en aangesproken downloader zou dit, meer dan in andere gevallen, als gênant kunnen ervaren. Helaas voor UPC – en de betrapte kijkers – ging de rechter niet mee met dat argument: een dergelijk gevolg “ligt in de risicosfeer van degene die tot een dergelijke illegale activiteit overgaat”…
In het verlengde van dit verweer beriep UPC zich nog op enige privacyrechtelijke bepalingen, zoals het verbod om gegevens te verwerken omtrent iemands seksuele leven. Ook dat verweer werd verworpen: er bestaat slechts een indirect verband tussen de film en het seksuele leven van de betrokken downloader – waarmee de rechtbank kennelijk wil zeggen dat op basis van bekeken pornofilms geen conclusies mogen worden getrokken over iemand seksuele voorkeuren.
Gelukkig voor de kijkers (en UPC) oordeelde de voorzieningenrechter dat UPC de gevraagde gegevens niet hoeft te verstrekken, omdat niet is komen vast te staan dat de producent inderdaad houder van het auteursrecht op de film is. Bovendien stelde de rechtbank dat niet zeker is of via de ip-adressen die de producent overgelegd had wel inbreuk was gemaakt. Zo zijn vermoedelijk veel ongemakkelijke inbreukzaken tegen downloaders voorkomen.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.