Praktijkgebieden: Privacy
Binnenkort treedt de algemene verordening gegevensbescherming in werking, waarmee de Europese Commissie beoogt persoonsgegevens beter te beschermen. Deze 'privacyverordening' zal in de gehele Europese Unie de bestaande privacywetgeving vervangen en zal voor alle bedrijven die met persoonsgegevens werken ingrijpende gevolgen hebben.
Veel bedrijven zullen zich er niet direct van bewust zijn dat zij persoonsgegevens verwerken, terwijl bijvoorbeeld de personeelsadministratie al een zogenaamd bestand van persoonsgegevens waarop de privacywetgeving – en dus de nieuwe verordening – van toepassing is. Hierna zullen wij daarom enkele van de belangrijkste wijzigingen bespreken vanuit het oogpunt van de werkgever. Ook veranderingen voor werknemers zullen aan bod komen.
Alle bedrijven die met persoonsgegevens werken zullen te maken krijgen met een groot aantal nieuwe verplichtingen. Allereerst wordt het verplicht om het beleid rond de verwerking (het verzamelwoord voor elke handeling die met persoonsgegevens te maken heeft, zoals het verzamelen en bewaren daarvan) van persoonsgegevens transparant en eenvoudig toegankelijk te maken voor de personen waarvan de gegevens worden verwerkt (de “betrokkenen”). Ook zal dit beleid controleerbaar moeten zijn voor de privacy-autoriteit (in Nederland het CBP, dat binnenkort zijn naam wijzigt in Autoriteit persoonsgegevens). Uit de “privacy policy” zal onder meer moeten blijken welke persoonsgegevens worden verwerkt en waarom, alsmede welke maatregelen de onderneming heeft genomen om aan de wetgeving te voldoen.
Een belangrijk onderdeel van het privacybeleid is de beveiliging van de gegevens. De eisen die de wet aan de beveiliging stelt veranderen niet wezenlijk, maar gebrekkige beveiliging kan (anders dan nu) gaan leiden tot hoge boetes. Per overtreding kan de boete oplopen tot maar liefst 2 % van de wereldwijde jaaromzet! Wanneer er onverhoopt een beveiligingslek optreedt waardoor onbevoegden toegang krijgen tot persoonsgegevens, bijvoorbeeld door hacking, moet het bedrijf de privacy-autoriteit daarvan zo spoedig mogelijk in kennis stellen en maatregelen nemen, op straffe van eenzelfde hoge boete.
Indien (een deel van) de personeelsadministratie wordt uitbesteed aan derden (bijvoorbeeld een payrollbedrijf), moeten de werkgever en de derde de afspraken daarover straks schriftelijk vastleggen in een contract.
Bedrijven met meer dan 250 werknemers zullen bovendien elke vorm van verwerking uitgebreid moeten gaan documenteren. Daarnaast zullen zij een functionaris voor de gegevensbescherming (FG) moeten aanstellen. De FG zal zowel voor de werknemers als voor de privacy-autoriteit als eerste aanspreekpunt fungeren op het gebied van privacy.
Tegenover de toename in verplichtingen voor de werkgevers, staat een uitbreiding van de rechten van de betrokkenen. Zo zal een werknemer op het moment dat persoonsgegevens bij hem worden opgevraagd onder meer begrijpelijke informatie moeten krijgen over het hoe en waarom van de verwerking, zijn rechten en het privacybeleid van de onderneming. Ook mogen betrokkenen te allen tijde gratis de gegevens die op hen betrekking hebben inzien en, indien nodig, aan laten passen. De werkgever is straks, op straffe van een boete, verplicht alle gevraagde informatie te verschaffen.
De hoge boetes uit de privacyverordening zullen naar verwachting vanaf 2017 pas worden opgelegd, maar vooruitlopend hierop zal in de loop van 2015 de bestaande privacywetgeving in Nederland worden aangescherpt. Het voeren van privacybeleid en de beveiliging van persoonsgegevens wordt een nog serieuzere zaak, en bedrijven die zich daar onvoldoende van bewust zijn gaan hoge boetes riskeren. Het kan dan ook zeker geen kwaad om nu al in te spelen op de nieuwe wetgeving.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.