Praktijkgebieden: Intellectuele eigendom
Het Hof van Justitie van de EU heeft vorige week uitspraak gedaan in de zaak “Bestwater”, een uitspraak waarnaar reikhalzend werd uitgezien na de Svensson (Retriever Sverige) uitspraak van acht maanden geleden. In de uitspraak heeft het hof de Svensson uitspraak bekrachtigd en duidelijk gemaakt dat de daar gestelde regel (framed links zijn toegestaan als de content vrijelijk elders op internet beschikbaar is) ook geldt voor embedded video. Dat wil dus zeggen (en daar ging het letterlijk ook over) dat je bijvoorbeeld een Youtube filmpje zonder toestemming van de rechthebbende via een inline link mag opnemen op je website, Facebook pagina of andere plek op internet. Alleen is nog niet geheel duidelijk of dat óók geldt als dat Youtube filmpje daar niet met toestemming van de rechthebbende was geplaatst.
Waar ging het in casu over? Bestwater, een Duits bedrijf dat waterfilters maakt en verkoopt, had een filmpje gemaakt over waarom dat product nuttig is (“Die Industrie vergiftet uns“). Concurrenten van Bestwater hadden dat filmpje op Youtube geplaatst en vervolgens een inline link naar het filmpje op hun website geplaatst. Bij een inline link (de beeld-variant van een framed link, waarvan sprake was in de Svensson uitspraak) word je niet naar een nieuwe website geleid, maar komt beeld van die website embedded terecht op de website van degene die linkt. Bestwater stelde dat hier sprake was van een ongeautoriseerde mededeling aan het publiek in de zin van de Auteursrechtrichtlijn (vóór de Richtlijn -en nog steeds wel- zouden wij in Nederland hebben gesproken van een immateriële openbaarmaking). Het Duitse Bundesgerichtshof stelde hierover (nog voordat de Svensson uitspraak was gewezen) een vraag van uitleg aan het HvJEU.
Het hof maakte hier korte metten mee. Een volledige uitspraak achtte het niet eens nodig: de beslissing werd vervat in een beschikking (reden waarom de uitspraak alleen in het Frans of Duits beschikbaar is). Kort en goed (maar dus zelf -vrij- vertaald):Het embedden van een beschermd werk dat vrijelijk toegankelijk is op een (andere) website door middel van een framed (inline) link zoals in deze zaak aan de orde is op zichzelf geen mededeling aan het publiek in de zin van de Auteursrechtrichtlijn, aangezien dat werk aldus noch weergegeven wordt voor een nieuw publiek, noch op een andere technische wijze.Anders gezegd: het gaat hier nog steeds om een openbaarmaking via internet; degene die het werk op Youtube geplaatst heeft had het hele internetpubliek als potentiële kennisnemers voor ogen; dus geen nieuwe mededeling aan het publiek.
Het hof maakt in de uitspraak ook duidelijk dat het hier gaat om dezelfde lijn als in Svensson al was uitgezet (hetgeen ook de reden is waarom dit met een beschikking kan worden afgedaan). Waar ik n mijn blogje over de Svensson zaak nog ruimte zag om deze beperkt uit te leggen (namelijk als alleen bedoeld voor een framed link in de ouderwetse betekenis van het middels een link overnemen van tekst van een andere site in het kader van de eigen website) moet ik mij hier toch gewonnen geven. Ook het embedden van video (middels een inline link) valt onder dezelfde regel.
Nu is er nog één puntje van onduidelijkheid. Het hof heeft in deze zaak bij de feiten vastgesteld dat de concurrenten van Bestwater het filmpje op Youtube hadden geplaatst. Niettemin gaat het hof er in de hele verdere uitspraak van uit dat er sprake was van rechtmatig op Youtube geplaatst materiaal. Dat lijkt niet te kloppen (zoals ook andere commentatoren hebben vastgesteld). Daar wringt nog iets dat om verduidelijking vraagt…
Update: Die verduidelijking gaat mogelijk komen als gevolg van prejudiciële vragen van de Hoge Raad in de zaak Sanoma / GeenStijl (Playboy reportage Britt Dekker). Zie hier.
Lex Bruinhof is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied intellectuele eigendom.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.