Praktijkgebieden: Intellectuele eigendom
Suske en Wiske, de bekende stripcreaties van Willy Vandersteen zaliger, hebben al voor de nodige auteursrechtelijke jurisprudentie gezorgd. Soms gaat het om ongeautoriseerde merchandising van het tweetal. Vaak ook over parodieën. De uitspraak van de Hoge Raad over De Glunderende Gluurder en De Keizerkraker bezet een prominente plaats in de auteursrechtelijke jurisprudentie. En nu is er ook een Europese variant over een kalender met een bewerking van het voorblad van De Wilde Weldoener.
De betreffende kalender werd door een parlementariër van het Vlaams Belang uitgedeeld op de nieuwjaarsreceptie van de gemeente Gent. Waar op het originele Suske en Wiske album Lambiek staat afgebeeld met een soort rugzakhelikopter, geld strooiend naar het volk benêe, is deze in de parodie vervangen door burgemeester Daniël Termont. En het volk in kwestie bestaat hier uit gesluierde en bebaarde personen.
De erfgenamen van Vandersteen vonden dit geen geslaagde grap en begonnen een procedure. De parlementariër beriep zich op de parodie-exceptie (in Nederland vervat in artikel 18b van de Auteurswet, maar ook in België geldend vanwege de oorsprong in de Europese Auteursrechtrichtlijn). Vanwege die Europese bron moest het HvJEU eraan te pas komen om uitleg te verschaffen over de reikwijdte van de parodie-exceptie.
Dat heeft het Hof deze week gedaan. Het Hof oordeelde dat:“de wezenlijke kenmerken van de parodie erin bestaan dat, enerzijds, een bestaand werk wordt nagebootst doch met duidelijke verschillen met het bestaande werk en, anderzijds, aan humor wordt gedaan of de spot wordt gedreven“.Het is daarbij uitdrukkelijk niet nodig dat de parodie ook gericht is op het oorspronkelijke werk. De maker mag dus ook iets of iemand anders in het vizier hebben (zoals in dit geval de burgemeester).
Maar er zijn ook grenzen aan een parodie. De rechter moet van het Hof:een rechtvaardig evenwicht in acht nemen tussen, enerzijds, de belangen en rechten van de [makers van beschermde werken] en, anderzijds, de vrije meningsuiting van de gebruiker van een beschermd werk die zich beroept op de beperking ten aanzien van de parodie. Daarbij speelt in casu het feit dat de erven Vandersteen er in beginsel een rechtmatig belang bij hebben dat het beschermde werk (de Suske en Wiske strip) niet met een discriminerende boodschap wordt geassocieerd.
Dat is precies wat de erven Vandersteen hadden gesteld en het Hof steunt hen daarin dus. Of hier daadwerkelijk sprake is van een discriminerende boodschap en of de genoemde associatie plaatsvindt moet de nationale feitenrechter nog vaststellen. Ik vermoed dat deze die vragen bevestigend gaat beantwoorden.
Staat deze uitspraak ver af van de Nederlandse rechtspraak over parodieën? Dat valt mee, denk ik. In bovengenoemde uitspraak van de Hoge Raad werd ook een duidelijk verschil met het origineel als vereiste gesteld. Daar lijkt in de Nijntje uitspraak uit 2011 van het Hof Amsterdam afstand van te zijn genomen (althans: daar werd voldoende verschil met het origineel aanwezig geacht door loutere plaatsing in een andere context). De Hoge Raad is daar echter nooit aan te pas gekomen, en ik vermoed dat deze uitspraak de oude lijn terug zal brengen.
In de Nijntje zaak was bovendien sprake van associatie van een lief pluizig konijntje met hardcore house en cocaïne gebruik (zie mijn blogje Nijntje mag een lijntje van destijds). OK, dat is iets anders dan discriminatie, maar ik vermoed dat ook op dit punt een toekomstige Nederlandse uitspraak wel eens wat dichter bij de belangen van de maker van het oorspronkelijke werk zou kunnen komen te liggen.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.