Praktijkgebieden: Privacy
Afgelopen vrijdag heeft het kabinet aangekondigd het briefgeheim te willen moderniseren en uit te breiden tot alle vormen van vertrouwelijke communicatie. Dat betekent dat onder meer e-mail, Skypegesprekken, What's App-berichten en sms'jes onder het briefgeheim zullen gaan vallen. Of beter gezegd: onder het brief- en telecommunicatiegeheim, zoals het grondrecht uit artikel 13 van de Grondwet na wijziging zal gaan heten.
Dat werd tijd! Waar inbreuk op het briefgeheim nu alleen in bijzondere gevallen, op last van de rechter mogelijk is, zijn er voor het lezen van andermans e-mail en sms'jes geen eenduidige regels. Weliswaar biedt het grondrecht op privéleven uit artikel 10 van de Grondwet en artikel 8 van het EVRM een waarborg, maar daarop kan een uitzondering worden gemaakt in de wet, bijvoorbeeld in het kader van de opsporing van misdrijven. Toestemming van de rechter is verder niet vereist, mits voldaan is aan de voorwaarden uit de wet om inbreuk op het recht op privéleven te maken.
De grondwetswijziging zal aan deze praktijken in grote lijnen een einde maken: alle vormen van vertrouwelijke communicatie vallen straks onder het grondwetsartikel. . Het kabinet geeft echter met de ene hand en neemt met de andere weer iets weg. Waar beperking van het oude briefgeheim alleen mogelijk was in de gevallen bij de wet bepaald en met machtiging van de rechter, zal beperking in de nieuwe situatie ook beperkt mogen worden met machtiging van een door de wet aangewezen minister. Dat laatste echter alleen “in het belang van de nationale veiligheid”.
Die “nationale veiligheid” is natuurlijk een uitermate vaag begrip en biedt volop mogelijkheden om wijd en zijd inbreuk te gaan maken op het brief- en telecommunicatiegeheim. De afweging of inbreuk op dat recht mag worden gemaakt, kan dan ook nog eens door een enkele minister worden gemaakt. Dat lijkt mij – en velen met mij – niet wenselijk. Bovendien beperkt deze wijziging, die op het oog een verbetering vormt voor het privéleven, het bestaande briefgeheim. Als gezegd mag inbreuk daarop nu slechts na machtiging van de rechter, terwijl dat straks, als het voorstel wordt aangenomen, in het belang van de nationale veiligheid ook na machtiging van een daartoe aangewezen minister mag.
Voor alle duidelijkheid: het omschreven voorstel voor wijziging van de Grondwet betreft niet meer dan dat. De Eerste en Tweede Kamer zullen het voorstel nog moeten aannemen. Aangezien het een wijziging van de Grondwet betreft, zullen beide kamers zich er na de volgende verkiezingen – in een nieuwe samenstelling – nog eens over moeten buigen. Pas als een tweederde meerderheid van de Kamerleden dan instemt met het voorstel, wordt het huidige briefgeheim definitief vervangen. Er bestaat dus een gerede kans dat het voorstel de Grondwet niet, of slechts in gewijzigde vorm, zal halen.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.