Praktijkgebieden: Arbeidsrecht
Bij vele bedrijven is het goed gebruik de week af te sluiten met een borrel. Dat gaat doorgaans goed, maar zo nu en dan leidt zo'n borrel tot excessen. Vooral met speciale borrels, zoals met kerst, kan het flink uit de hand lopen. Zo ook bij een autogarage in het oosten des lands, waar de jaarlijkse kerstborrel uiteindelijk eindigde bij de Voorzieningenrechter.
Klaarblijkelijk in een jolige bui besloot een van de werknemers – na afloop van de borrel - een fiets van een van zijn collega's te verplaatsen naar de andere kant van het terrein. De eigenaar van de fiets, mogelijk niet meer helemaal helder van geest, sloeg vervolgens alarm, omdat hij meende dat zijn fiets gestolen was. Enkele dagen later bleek, bij het terugkijken van de camerabeelden, dat de eerste medewerker met de bewuste fiets aan de haal was gegaan. Daarop was ook te zien dat hij de fiets enkel had verplaatst, en vervolgens op zijn eigen fiets naar huis is gegaan. Desondanks heeft de garage de “fietsendief” weer enige dagen later, na inwinnen van juridisch advies, op staande voet ontslagen.
En daarbij heeft de werkgever een aantal fouten gemaakt, die de werknemer heeft aangegrepen om zijn ontslag via de rechter aan te vechten. Allereerst ging het mis bij de opgave van de reden voor het ontslag. De garage noemde de vermeende diefstal in de opzeggingsbrief “het veiligstellen van een fiets”. Hoewel dit (volgens de werkgever) een eufemisme is voor diefstal, was zij daarmee volgens de rechter niet voldoende duidelijk. De werkgever moet namelijk niet alleen de reden voor opzegging direct aan de werknemer melden (art. 7:677 BW), maar die reden moet voor de werknemer volgens vaste rechtspraak ook volkomen duidelijk zijn. Dat is logisch: ontslag op staande voet is een zeer ingrijpende maatregel is en de werknemer moet dus op zijn minst de achtergrond daarvan kunnen kennen.
Het is volgens de voorzieningenrechter dan ook voldoende aannemelijk dat een bodemrechter het gegeven ontslag vernietigt. Hij wijst de loonvordering van de werknemer dan ook toe – inclusief een verhoging van tien procent. Daardoor komt hij niet meer toe aan de tweede misser: het ontslag is in mijn ogen onvoldoende onverwijld gegeven. Pas acht dagen na het incident is de werknemer namelijk ontslagen, terwijl na het bekijken van de beelden, vier dagen na het voorval (wat op zichzelf al aan de late kant is), het onderzoek naar de “diefstal” al was afgerond.
Let dus als werkgever goed op bij een ontslag op staande voet! Dit moet uiteraard onverwijld gebeuren, dus zo snel mogelijk na het incident dat tot het ontslag aanleiding geeft, maar daarbij moet ook een duidelijke reden worden opgegeven, zodanig dat voor de werknemer over de grond voor deed beëindiging geen twijfel kan ontstaan. Daarbij is het vragen van juridisch advies natuurlijk altijd verstandig (en een acceptabele reden om even met het ontslag te wachten), maar doe ook dit wel tijdig!
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.