Praktijkgebieden: ICT en internetrecht
Wie op internet op zoek gaat naar een nieuwe auto stuit op een groot aantal verschillende websites die elk weer net andere auto's aanbieden. Het bedrijf Innoweb vond daar jaren geleden een oplossing voor: de zogenaamde “dedicated metazoekmachine” gaspedaal.nl. Deze website doorzoekt in een keer alle grote autowebsites, en geeft de resultaten in haar eigen opmaak weer. De gebruiker kan daarna klikken op de auto die hij nader wil bekijken en komt dan bij de website waar de auto wordt aangeboden. Gaspedaal zoekt onder meer in de databank van autotrack.nl, een grote advertentiesite voor nieuwe en tweedehands auto's. Autotrack's eigenaar Wegener is al enige jaren niet zo gecharmeerd van het profijt dat Innoweb heeft van haar inspanningen om autoadvertenties te verzamelen en procedeert dan ook al jaren tegen de zoekmachine.
Dit leverde al in 2007 een interessant vonnis op van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Utrecht, waar wij destijds ook over schreven. Deze oordeelde dat Wegener weliswaar een databankrecht heeft op de verzameling autoadvertenties, maar dat Gaspedaal daarop geen inbreuk maakte, omdat zij niet de gehele databank of een substantieel deel daarvan opvroeg. Van de laatste vorm van inbreuk, het herhaald of systematisch opvragen of hergebruiken van niet-substantiële gedeelten van de databank was wel sprake (Gaspedaal vraagt zo'n 100.000 keer per dag gegevens op van Autotrack), maar dat is alleen niet toegestaan wanneer de normale exploitatie van Autotrack daardoor gehinderd zou worden of het ongerechtvaardigd schade zou toebrengen aan Wegener. De rechtbank oordeelde dat dat niet aan de orde was: mogelijk zou Autotrack zelfs meer bezoekers krijgen dankzij de doorverwijzingen vanaf Gaspedaal.
Zoals in 2007 door mijn kantoorgenoot Lex Bruinhof al werd voorspeld, was hiermee het laatste woord nog niet gesproken. Er volgde een bodemprocedure, waarin Wegener wél in het gelijk werd gesteld: kort gezegd omdat Gaspedaal met elke zoekopdracht een zeer klein deel van de databank van Autotrack hergebruikte (door deze aan het publiek ter beschikking te stellen) en door de grote aantallen zoekopdrachten zo uiteindelijk een substantieel deel van de databank hergebruikte. Met andere woorden: het cumulatieve effect van vele zoekopdrachten, die op zichzelf slechts tot (toegestaan) hergebruik van weinig gegevens (een klein aantal auto's) leiden, leidt uiteindelijk tot hergebruik van een substantieel deel.
Innoweb ging tegen dit vonnis in beroep bij het Hof Den Haag. Kennelijk wilde het Hof zijn handen er niet aan branden: het stelde negen vragen over de precieze betekenis van enkele artikelen van de Databankenrichtlijn (de Europese wet waar “onze” Databankenwet op gebaseerd is) aan het Europese Hof. Het Hof heeft inmiddels geantwoord op deze vragen, waardoor er ruim zes jaar na het eerste kort geding een definitief einde van deze zaak in zicht lijkt.
Het Europese Hof is het in grote lijnen eens met de rechtbank: Innoweb maakt met de zoekmachine Gaspedaal inbreuk op het databankrecht van Wegener, omdat zij een substantieel deel van de inhoud van de databank hergebruikt. De redenatie is echter een andere en komt voort uit een vrij letterlijke interpretatie van de richtlijn en de wet. Die zeggen beide dat hergebruik het “aan het publiek ter beschikking stellen van de inhoud van een databank” is. Omdat via de website van Gaspedaal de gehele databank van Autotrack te doorzoeken is, op dezelfde manier als bij Autotrack zelf, stelt Gaspedaal de hele inhoud ter beschikking en is er dus sprake van hergebruik. Het maakt daarbij niet uit dat telkens maar een heel klein deel van de databank wordt opgevraagd; het feit dat de mogelijkheid om de hele databank te raadplegen door de zoekmachine wordt geboden, is genoeg om inbreuk aan te nemen.
Deze uitspraak heeft vermoedelijk grote gevolgen voor zoekmachines en andere websites die toegang bieden tot de databank van een ander. Als die op een vergelijkbare manier als Gaspedaal werken, dus in feite als alternatief fungeren voor het eigenlijk toegangsportaal van de databank, zullen zij al snel inbreuk maken. Wederom kunnen wij dus met een gerust hart zeggen: hier is het laatste woord nog niet over gesproken…
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.