Praktijkgebieden: Mediarecht
Geheel onverwacht levert de spelshow Miljoenenjacht een interessante juridische kwestie op. Deelnemer Arrold uit Son en Breugel drukte op zondag 3 november jl. (eigenlijk al even daarvoor, want de uitzending op die dag was niet rechtstreeks), naar eigen zeggen per ongeluk, op de rode knop. Daarmee verspeelde hij zijn kans op vijf miljoen euro en moest hij met een schamele 125.000 euro genoegen nemen. Een tip van een van onze confrères om juridisch advies in te winnen nam Arrold ter harte: hij wendde zich tot zijn tipgever. Arrold eist nu maar liefst 4,875 miljoen euro van de Postcodeloterij, die de show financiert, omdat zijn wil niet zou hebben overeengestemd met zijn verklaring. De rechtshandeling (het indrukken van de knop) zou dan volgens artikel 3:33 BW nietig zijn.
Voor degenen die het spelletje niet kennen, een korte uitleg. De deelnemer mag aan het begin van het spel (alhoewel, de uitzending is dan al op een kwart) uit 26 koffertjes – waarin bedragen variërend van een cent tot vijf miljoen euro verborgen zitten – een exemplaar kiezen. Deze houdt hij het hele spel bij zich. Vervolgens moet telkens een aantal van de andere koffertjes worden weggespeeld: deze worden geopend zodat het bedrag zichtbaar wordt en dan verwijderd uit het spel. Op gezette momenten krijgt de kandidaat de mogelijkheid te stoppen door zijn koffertje aan de “bank” te verkopen. De bank biedt hem een bepaald bedrag, in hoogte afhankelijk van de overgebleven bedragen. Naarmate er nog meer koffertjes met hoge bedragen over zijn, is het bod van de bank hoger. Als hij niet ingaat op het bod van de bank, kan hij uiteindelijk het onbekende bedrag in “zijn” koffertje winnen.
De kandidaat kan het bod van de bank accepteren door op een rode knop te drukken. Accepteert hij het bod niet, dan moet hij met een soort deksel de knop weer afdekken. Arrold accepteerde het eerste bod van de bank niet en speelde door. Halverwege het spel kreeg hij een bod van 125.000. Presentatrice Linda de Mol refereerde nog aan een eerdere kandidaat die de 2,5 miljoen in zijn koffertje misliep, omdat hij op de rode knop drukte en daardoor een veel lager bod aannam. Even later drukt Arrold dan toch op de knop. Consternatie alom, niemand had het op dat moment in het spel al verwacht, en Arrold lijkt er ook wel spijt van te hebben. De notaris, die toezicht houdt op het spelverloop, is onverbiddelijk: Arrold is af en moet het doen met 125.000 euro. Regels zijn regels.
Die 125.000 lijkt mij een mooi bedrag en aan het standpunt van de notaris is ook niets af te dingen. Dat Arrolds wil (niet drukken) niet overeen stemde met zijn verklaring (wel drukken) is onder deze omstandigheden volgens mij helemaal niet van belang; de bank mocht er namelijk op vertrouwen dat de wil en verklaring wél overeenstemden (artikel 3:35 BW). Arrold wist immers hoe het spel werkte: hij had al eerder in het spel een bod van de bank geweigerd en bovendien werd het hem nog eens uitgelegd vlak voordat hij drukte. Daarnaast was er geen enkele tijdsdruk en kon hij zich rustig beraden op zijn beslissing. Tenslotte, niet onbelangrijk: het hele idee van zo'n spelletje is natuurlijk juist dat je je zenuwen in bedwang houdt. In zo'n situatie kan wat mij betreft gewoonweg niet met succes een beroep worden gedaan op het ontbreken van de wil.
Waarschijnlijk heeft Arrold zich inderdaad vergist, maar dat gaat hem voor de rechtbank, als het ooit zover komt, niet helpen. Dat, zoals Arrold nog stelt, de spelregels op de website van Miljoenenjacht achteraf zijn gewijzigd (de werking van de rode knop is daarin nu expliciet opgenomen), zal daar niets aan veranderen: de regels zijn hem tijdens het spel voldoende uitgelegd. Daar komt nog bij dat zijn eis wel erg hoog is: alsof het vaststaat dat áls hij door had gespeeld, hij die vijf miljoen had gewonnen. Misschien had hij wel vier “hoge” koffertjes weggespeeld en was hij gezwicht voor een bod van de bank van minder dan een ton. We zullen het nooit weten. Hopelijk vernemen we binnenkort wel wat de buit van Arrolds tweede miljoenenjacht zal zijn.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.