Praktijkgebieden: Bestuursrecht
Herinnert u zich nog het schilderwerk Who's Afraid of Red, Yellow and Blue III van Barnett Newman? Ook de minder in moderne kunst geschoolde Nederlander maakte er in 1986 kennis mee omdat het in het Stedelijk Museum te Amsterdam door een bezoeker met een stanleymes werd bewerkt. Vervolgens werd het voor 400.000 US Dollar “met een verfroller” en “gewone rode lak” gerestaureerd door de New Yorkse restorator Goldreyer.
Dat gaf destijds nogal wat beroering. Het Stedelijk Museum eiste schadevergoeding, Goldreyer kwam met een enorme claim wegens laster en uiteindelijk werd na veel geprocedeer een schikking bereikt. De gemeente Amsterdam betaalde alsnog de kosten van Goldreyer en nog eens 100.000 US Dollar schadevergoeding. Onderdeel van de schikking was ook dat de gemeente geen mededelingen zou doen over al hetgeen onderwerp was geweest van de procedures.
In 2011 vroeg een journalist op basis van de Wet Openbaarheid van Bestuur (WOB) bij de gemeente de rapporten op die het Nederlands Forensisch Instituut in 1991 en 1992 op verzoek van de gemeente over de restauratie had gemaakt. De gemeente wilde deze rapporten niet vrijgeven en beriep zich daarbij op artikel 10, lid 2 onder b. en g. van de WOB. Daar staat dat een bestuursorgaan het verstrekken van informatie op basis van de WOB achterwege kan laten als het belang daarvan niet opweegt tegen de economische of financiële belangen van het bestuursorgaan, respectievelijk tegen het voorkomen van onevenredige bevoordeling of benadeling van betrokken (rechts)personen. De gemeente vreesde een claim van de erven Goldreyer of zijn bedrijf (gezien de getroffen schikking-met-zwijg-bepaling). Kennelijk voor de zekerheid werd ook aangevoerd dat de erven benadeeld zouden worden door de openbaarmaking.
Nadat de rechtbank in 2011 al had geoordeeld dat beide argumenten ongegrond waren, heeft de Raad van State zich afgelopen woensdag in hoger beroep over de zaak uitgesproken. De Raad van State onderkent dat er een risico is dat bij openbaarmaking van de rapporten een claim van de zijde van de erven of het bedrijf zal volgen. Het belang om dat te voorkomen moet echter worden afgewogen tegen het belang bij openbaarheid van de rapporten. Mede omdat er slechts een dreiging van een procedure is, prevaleert het belang van de openbaarheid volgens de Raad. Daarbij speelt een rol dat de gemeente niet aannemelijk heeft gemaakt dat de schikkingsovereenkomst bij openbaarmaking daadwerkelijk zou worden geschonden.
Naast de conclusies van het NFI (die in 1992 al openbaar werden) zullen we binnenkort dus ook kennis kunnen nemen van de gronden voor die conclusies. Vervolgens is het afwachten of de gemeente wederom in procedures betrokken gaat raken.
Lex Bruinhof is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied bestuursrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.