Praktijkgebieden: Intellectuele eigendom
In oktober 2010 was het al in het nieuws: “Hollandse Goudse kaas” zou voortaan ook altijd echt uit Nederland komen. Voor die tijd gebeurde het meer dan eens dat in Duitsland gemaakte Goudse kaas als Holländisch werd verkocht, of Britse “Gouda cheese” Dutch werd genoemd. Een speciale Europese beschermingsregeling voorkomt deze praktijken inmiddels. Na rijp (of beter gezegd: belegen) beraad heeft de Nederlandse Zuivelorganisatie afgelopen week ook eindelijk een officieel logo gepresenteerd dat zal prijken op de Hollandse Goudse kaas.
Volgens dat logo is Hollandse Gouda een “Beschermde Geografische Aanduiding”. Wat houdt dit in? Eerst een korte achtergrond. Zoals bekend heeft de Europese Unie zich altijd veel bezig gehouden met landbouw. Niet alleen op het gebied van subsidies, maar ook door de kwaliteit van landbouwproducten in het oog te houden. Een van de manieren om een hoge kwaliteit enigszins te kunnen garanderen én de consument te behoeden voor namaak en misleiding over de herkomst van producten, is door de herkomstaanduiding van die producten te beschermen. Een bekend voorbeeld is feta. Lange tijd werd dit overal in Europa gemaakt (om onduidelijke redenen met name veel in Denemarken), maar sinds 2002 mag dit alleen nog in bepaalde delen van Griekenland worden gemaakt.
De Europese Unie kent drie verschillende beschermingsregelingen. Allereerst is er de beschermde oorsprongsbenaming (BOB). Een bekend voorbeeld hiervan is feta, een nog bekender voorbeeld champagne. Om een product een BOB mee te geven, moeten productie, verwerking en bereiding van het product plaatsvinden binnen een bepaald gebied én moeten de kenmerken of kwaliteit van het product in ieder geval voor een groot deel aan zijn oorsprong zijn toe te schrijven. Met andere woorden, het product smaakt zo of ziet er zo uit, omdat het uit die bepaalde streek komt. Dat betekent natuurlijk niet dat niemand anders champagne mag maken: dat mag wél, je mag het alleen niet zo noemen.
Daarnaast kennen we de beschermde geografische aanduiding of BGA. Voor die aanduiding, die dus ook voor Hollandse Goudakaas geldt, is vereist dat ten minste een productiefase plaats moet hebben in het gebied waarnaar in de naam wordt verwezen en een bepaald kenmerk (de kleur? de vorm? de romigheid?) of de faam (dat zal het zijn!) van het product aan de geografische oorsprong kan worden toegewezen. Let wel: slechts een productiefase hoeft in het betreffende land te zijn. Hollandse Goudakaas zou dus in theorie met Zweedse melk kunnen worden gemaakt en toch een BGA krijgen, maar in dit geval is vastgelegd dat Hollandse Gouda ook volledig in Holland wordt gemaakt. Opvallend: Gouda hoeft niet uit Gouda te komen. Dat kan ook niet anders, want in de omgeving van Gouda schijnt al jaren geen kaas meer te worden gemaakt…
Tot slot bestaat er de gegarandeerde traditionele specialiteit (GTS): deze moet het resultaat zijn van een productiewijze, verwerkingswijze of samenstelling die in overeenstemming is met het traditionele gebruik voor dat product of dat levensmiddel, of moet zijn vervaardigd uit de traditioneel gebruikte grondstoffen of ingrediënten. Het bekendste en, kan ik uit eigen ervaring zeggen, lekkerste voorbeeld van een dergelijke specialiteit is de Pizza Napolitana, de originele pizza uit Napels. Vanuit Treviso ligt er inmiddels ook een verzoek voor een GTS voor de lokale tiramisu. Krijgt u er ook al trek van? Binnenkort meer over dit onderwerp!
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.