Praktijkgebieden: Privacy
RTL Nieuws aan de lijn. Of ik op de hoogte ben van de activiteiten van een Amsterdams incassobureau dat rondjes rijdt door de stad en daarbij kentekens fotografeert. De kentekens worden vergeleken met een door deurwaarders verstrekte lijst van kentekens van wanbetalers. Wordt een match gevonden, dan krijgt de deurwaarder informatie over de locatie van de auto zodat daarop beslag gelegd kan worden. RTL vroeg zich af wat ik daarvan vond vanuit informatierechtelijk perspectief.
Ik kende het bedrijf nog niet (het heet Debtscan weet ik inmiddels), maar er valt met name vanuit het privacyrecht natuurlijk wel iets te zeggen over de werkwijze. Het handelen van het incassobureau valt in ieder geval gedeeltelijk onder de Wet Bescherming Persoonsgegevens (WBP). Volgens die wet zijn “persoonsgegevens” alle gegevens betreffende een identificeerbare persoon. Dat identificeren hoeft niet onmiddellijk mogelijk te zijn, maar moet anderzijds ook niet teveel moeite kosten. Om die reden zijn kentekens niet automatisch persoonsgegevens. De meeste mensen kunnen uit een kenteken niet herleiden wie “daarachter zit” (dat wil zeggen: eignaar van de auto is). Die informatie berust bij de Rijksdienst voor het Wegverkeer (RDW) en is slechts voor bepaalde personen en instanties opvraagbaar. Debtscan hoort daar niet bij, dat weet ik wel zeker.
So far, so good dus. Maar het bureau heeft óók die lijst met kentekens die door deurwaarders zijn opgegeven en naar mij door RTL werd uitgelegd hebben ze dáár ook de bijbehorende NAW gegevens van. Ten aanzien van de op die lijst voorkomende personen is het kenteken dus wél een persoonsgegeven en dan valt het verwerken daarvan (onder andere doorgeven waar de auto met het kenteken zich bevindt) dus onder de WBP.
Op zichzelf nóg geen ramp. Maar daarmee komen wel de voorwaarden die de WBP stelt in beeld. Zo mogen persoonsgegevens zonder wettelijk grondslag vrijwel alleen maar met (geïnformeerde) toestemming van de betrokkene of in het belang van de betrokkene worden verwerkt. Als verwerking toch primair plaatsvindt in het belang van degene die verwerkt (of, zoals hier, in diens opdracht) dan moet altijd een belangenafweging plaatsvinden tussen dat belang en het privacybelang van de betrokkene.
Ik ben geneigd Debtscan hier als een verlengstuk van de opdracht gevende deurwaarders te zien (waarmee ze “bewerker” zijn in de zin van de WBP). Ik ga nog een stapje verder (misschien net té ver) en ben bereid het belang van de deurwaarder te vereenzelvigen met dat van zijn cliënt: de schuldeiser die een opeisbare vordering heeft op de eigenaar van de auto. Tegen dat belang weegt naar mijn mening het privacy belang van de debiteur/auto-eigenaar niet op. En daarmee zou het handelen van Debtscan dus toegestaan zijn.
Wel zijn er nog een aantal voorwaarden voor de wijze van fotograferen en dergelijke. Op de foto's mogen bijvoorbeeld geen herkenbare personen staan. Maar naar ik begreep is dat ook niet het geval: alleen het kenteken is zichtbaar. En de kentekens die niet op de lijst staan zouden ook meteen worden verwijderd. In dat geval zie ik weinig bezwaar, zoals ik de RTL redacteur ook meldde.
Tja, en dat was natuurlijk niet spannend genoeg -ik heb er niets meer van gehoord.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.