Praktijkgebieden: Mediarecht
In december 2009 kreeg Het Ketelhuis een boete voor overtreding van de Tabakswet: de Amsterdamse bioscoop zou met een reclameposter die was vormgegeven als het iconische witte pakje van sigarettenmerk Lucky Strike het reclameverbod voor tabaksreclame hebben overtreden. In plaats van de merknaam Lucky Strike stond er “Bioscoop Het Ketelhuis” in het rode vlak, terwijl in de zwarte rechthoek (waar op een sigarettenpakje een gezondheidswaarschuwing staat) “Nederlandse films gaan je aan het hart” stond.
De bioscoop ging in beroep tegen de door de minister opgelegde boete van € 450,- omdat zij meende dat het logo en de poster zelf duidelijk een andere vorm hadden, dat het boetebesluit in strijd was met beginselen van behoorlijk bestuur en bovendien een ongerechtvaardigde inbreuk vormde op de vrijheid van meningsuiting. De Rotterdamse rechtbank gaf Het Ketelhuis gelijk, waarna de minister in hoger beroep is gegaan bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBB), dat onlangs uitspraak heeft gedaan.
De minister beroept zich op de Tabakswet, die in artikel 5 onder meer zegt dat elke vorm van tabaksreclame verboden is. Reclame wordt (voor zover relevant) gedefinieerd als “elke vorm van commerciële mededeling die het bekendheid geven aan of het aanprijzen van een tabaksproduct tot doel dan wel (…) tot gevolg heeft, met inbegrip van reclame waarmee, zonder het tabaksproduct rechtstreeks te noemen, wordt getracht het reclameverbod te omzeilen door gebruik te maken van een (…) onderscheidend teken van een tabaksproduct”. Dat lijkt inderdaad voldoende grond te bieden voor een verbod op de poster.
Bovendien zegt de Tabakswet in artikel 5a dat voor producten en diensten die na inwerkingtreding van het verbod op de markt worden gebracht geen tekens mogen worden gebruikt die eerder voor tabak werden gebruikt. Uit de wetsgeschiedenis blijkt echter dat dit verbod uitsluitend geldt indien op deze wijze wordt gepoogd het reclameverbod te omzeilen.
Daarvan is hier geen sprake volgens zowel de rechtbank als het CBB: Het Ketelhuis gebruikt het teken alleen maar om reclame te maken voor zichzelf en de Nederlandse film. Het is weliswaar een parodie op een tabaksreclame, maar daarmee kan niet gezegd worden dat de poster “onvermijdelijk de behoefte aan het roken van sigaretten van het merk Lucky Strike stimuleert“, zoals de minister aanvoert. Tot slot is nog van belang dat Het Ketelhuis nooit de intentie heeft gehad de tabaksreclameregels te omzeilen. De minister wordt dan ook in hoger beroep wederom in het ongelijk gesteld.Uiteraard vernemen wij graag van u of dit blogje op zijn beurt wellicht wél uw behoefte sigaretten van het merk Lucky Strike te roken heeft gestimuleerd…
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.