Praktijkgebieden: Arbeidsrecht
In een vorig blog schreef ik over een vonnis van de kantonrechter in Tilburg. Hierin sprak de rechter de ontbinding van de arbeidsovereenkomst van een beveiligingsmedewerker uit, omdat de medewerker in zijn vrije tijd (aspirant-)lid van een vermeend criminele motorclub was. Kort voor deze uitspraak diende een min of meer vergelijkbare zaak voor de kantonrechter in Amsterdam. Dit keer draait het echter niet om een motorrijdende beveiliger, maar om een strippende, althans naaktposerende muziekdocent.
De man in kwestie is al sinds 1983 in dienst van de Muziekschool Amsterdam als docent orgel, keyboard en piano. Volgens zijn cao is hij verplicht zijn werkgever vooraf over nevenfuncties te informeren en is het hem niet toegestaan dergelijke functies uit te oefenen indien ze onverenigbaar zouden zijn met zijn functie van muziekdocent of de zakelijke belangen van de muziekschool. In dit verband had de werknemer eerder aan de muziekschool gemeld dat hij in zijn vrije tijd poseert als model voor herenondergoed. De werkgever had hiertegen nooit bezwaren geuit.
Op 1 november 2012 ontving de muziekschool een anonieme brief met daarin onder meer: “het is een schande dat deze muziekleraar onze kinderen lesgeeft en zichzelf daarnaast min of meer prostitueert”. Een bijgevoegde afdruk van een website met kunstgerelateerde advertenties leerde de werkgever dat de docent adverteerde met de volgende wervende tekst:“Ook zo genoeg van die “huis-tuin-en-keukenmodellen? Atletisch- gespierde Adonis stript en poseert naakt (indien gewenst erotisch) voor groepen en individuen. No fake? Take Freek! Ruime ervaring met verschillende kunstdisciplines, bedrijfsevenementen, disputen, vrijgezellenparty's, individuele kunstenaars en erotisch poseren. Enige ervaring met artistiek, betaalde naaktfotografie. Alles is bespreekbaar, veel mogelijk. Mij aanraken mag. Betrouwbaar, discreet en ..heet! Wie durft?(..)Freek.”
Enkele dagen later heeft de muziekschool haar docent hiermee geconfronteerd. De leraar bevestigde zijn nevenwerkzaamheden, waarna de school aankondigde hem te schorsen en een onderzoek in te stellen. Kort daarna wordt de docent op staande voet ontslagen. Weliswaar had hij toestemming te poseren voor herenondergoed, maar naakt poseren vond de werkgever van een geheel andere orde en niet toelaatbaar. Zij nam daarbij in aanmerking dat de nevenwerkzaamheden van de docent gevoelig zouden liggen “in het licht van de heersende morele waarden” en dat de instelling zo geschaad zou kunnen worden.
De docent, die zich bereid verklaarde zijn stripactiviteiten te staken, vorderde daarop (kort gezegd) ongedaanmaking van het ontslag. De kantonrechter – overigens in kort geding, tot een bodemprocedure is het voor zover ik weet (nog) niet gekomen – oordeelt dat het argument dat de werkzaamheden gevoelig zouden liggen in de huidige tijdsgeest niet opgaat. Hij wijst de muziekschool erop dat naakt poseren voor volwassenen van een geheel andere orde is dan kindermisbruik, en dat die link onterecht zou zijn. De muziekschool onderkent dit ook. Daarnaast stelt de rechter “dat als we de tijdsgeest zouden benaderen vanuit de hedendaagse televisieprogramma's, reclames, muziekclips e.d. niet valt in te zien dat de model- en stripactiviteiten een probleem vormen om als docent naar behoren te kunnen functioneren”. Hij voegt daaraan toe dat ook het deelnemen aan bijvoorbeeld Gay Pride geen belemmering zou vormen om als docent te werken.
De rechter erkent dat het denkbaar is dat ouders er niet van gediend zouden zijn als de muziekdocent van hun kinderen in zijn vrije tijd als stripper optreedt. Daarvan is echter niet gebleken: er zijn geen klachten over de leraar binnengekomen en er is geen enkele opzegging geweest naar aanleiding van de publiekelijke advertentie. Daar komt nog bij dat de werknemer heeft aangeboden zijn stripactiviteiten te beëindigen en de advertentie ten tijde van het geding al had verwijderd.
De kantonrechter oordeelt dan ook dat zowel het niet-melden van de nevenwerkzaamheden als stripper als het strippen zelf onvoldoende reden zijn voor ontslag op staande voet , mede gezien het langdurige dienstverband van de werknemer. De muziekschool moet de docent weer zijn werk laten doen en het achterstallige salaris alsnog betalen.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.