Praktijkgebieden: Privacy
Ik huur al jaren geen “video's” meer, maar de pasjes van de videotheken hou ik angstvallig vast! ik herinner me namelijk nog hoe moeilijk het was daar aan te komen. Inschrijven bij een nieuwe videotheek was bepaald geen sinecure. Eén identiteitsbewijs was al snel niet meer voldoende: dat moesten er minstens twee zijn en dan ook nog allebei met foto. Daarnaast moest een recent bankafschrift worden getoond, met het bestaande adres erop. Die hele handel werd gekopieerd en dán pas kreeg je het begeerde pasje. Naar ik begrijp gaat het bij inschrijvingen voor sportscholen of het aangaan van een nieuw telefoonabonnement vaak nog steeds zo.
Dat mag niet. Identiteitsbewijzen bevatten vele persoonsgegevens en de verwerking daarvan (waaronder het kopiëren) is aan regels gebonden. Die regels zijn niet nieuw: ze staan al jaren in de Wet Bescherming Persoonsgegevens (WBP). Ze worden echter vaak niet toegepast en daar wil het officiële uitvoerings- en controleorgaan van de WBP, het CBP (College Bescherming Persoonsgegevens) een einde aan maken. Daartoe zijn nu richtsnoeren uitgevaardigd (in brochurevorm, klik voor de pdf ) die specifiek het vragen om en kopiëren van identiteitsbewijzen als onderwerp hebben. Deze zullen door het CBP voortaan als uitgangspunt dienen bij de handhaving van de WBP. Het belangrijkste doel is naast privacybescherming het bestrijden van identiteitsfraude.
Kern van de richtsnoeren: het vragen om legitimatie is onder voorwaarden toegestaan. Het kopiëren van een identiteitsbewijs mag echter vrijwel nooit. Eigenlijk mag dit alleen als er een wettelijke plicht toe bestaat (bij arbeidsrelaties en in de anti-witwas wetgeving; daarom moet een advocaat ook een kopie vragen). Een heel enkele keer kan het daarnaast gerechtvaardigd zijn bij de uitvoering van bepaalde overeenkomsten (zoals autohuur)
De WBP bepaalt dat persoonsgegevens alleen voor “welbepaalde, uitdrukkelijk omschreven en gerechtvaardigde doeleinden” mogen worden verwerkt. Daarnaast is ófwel de ondubbelzinnige toestemming van de betrokkene vereist, óf moet aan een aantal nadere voorwaarden (opgenomen in artikel 8 WBP) zijn voldaan. Bepaalde bijzondere persoonsgegevens (bijvoorbeeld over iemands ras, geloof of politieke gezindheid) mogen behoudens strikte uitzonderingen helemaal niet worden verwerkt.
In dit kader is volgens het CBP vooral het begrip ‘ras' van belang. “Dat begrip moet ruim worden uitgelegd en omvat zowel iemands nationaliteit als kenmerken waaruit zijn of haar etnische afkomst kan worden afgeleid, zoals bij een pasfoto”, aldus het CBP in de brochure. Een pasfoto mag daarom niet zomaar worden (mee-)gekopieerd. Datzelfde geldt voor het Burgerservicenummer (BSN). Dat nummer is gevoelig omdat er makkelijk bestanden mee kunnen worden gekoppeld. Zelfs als onder omstandigheden een paspoort of rijbewijs gekopieerd mag worden, moeten de pasfoto en het BSN daarin dan niet worden meegekopieerd volgens het CBP (ziet u het voor zich?).
De brochure maakt duidelijk dat het louter doen tonen van een legitimatiebewijs plus eventueel het overnemen van beperkte gegevens daaruit in verreweg de meeste gevallen voldoende is voor het te bereiken “gerechtvaardigde doel” als hierboven genoemd. Dat overnemen geldt bijvoorbeeld bij registratie van hotelgasten en bij uitvoering van bepaalde overeenkomsten. Het kopiëren van het hele document is dan overkill en dus niet toegestaan.
Had u in uw bedrijf de gewoonte kopieën te maken? Lees dan de brochure eens door en kijk hoe u binnen de grenzen van de wet (en zonder kans op boete of dwangsom van het CBP) toch de nodige bescherming kunt creëren.Bent u echter zelf degene van wie paspoort of rijbewijs dreigen te worden gekopieerd? *Zucht.* Dan kunt u proberen het hele bovenstaande verhaal uit te leggen. De kans blijft echter reëel dat de sportschool-medewerker of telecomaanbieder zegt: “Dit zijn mijn instructies; anders kan ik geen abonnement voor u afsluiten”. Dan kunt u vervolgens natuurlijk een klacht indienen bij het CBP. Maar daar heeft u helaas dat abonnement nog niet mee…
Lex Bruinhof is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied privacy.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.