Praktijkgebieden: Bouwrecht
Auteursrecht en bouwrecht. Meestal komen zij samen in zaken waar een architect zich verzet tegen aanbouw van een vleugel of tegen het plaatsen van buitenzonwering. Maar vorige week lag het anders. De Hoge Raad deed toen uitspraak over de vraag of de in de bouwwereld bekende NEN normen al dan niet een “algemeen verbindend voorschrift” zijn in de zin van de Auteurswet. Zo ja: dan zou er geen auteursrecht op rusten (want dat bepaalt de Auteurswet in artikel 11: “Er bestaat geen auteursrecht op wetten, besluiten en verordeningen door de openbare macht uitgevaardigd, noch op rechterlijke uitspraken en administratieve beslissingen“).
NEN normen zijn door het Nederlands Normalisatie Instituut (NNI) uitgebrachte normen voor bouwconstructies, brandveiligheid, geluidswering, etc., waarnaar wordt verwezen in o.a. het Bouwbesluit. Dat Bouwbesluit is zelf een algemeen verbindend voorschrift, namelijk een amvb, en dus vrij reproduceerbaar en verkrijgbaar. Als zo'n verbindend voorschrift verwijst naar normen die in de bouw moeten worden toegepast, is de gedachte dat die normen ook vrij verkrijgbaar zouden moeten zijn niet heel raar. Maar het NNI zit er in de praktijk bovenop. De normen zijn niet vrij verkrijgbaar en staan ook niet op internet. Wie er kennis van wil nemen moet betalen aan het NNI. Of ze ter plekke bij het NNI komen inzien (waar ze dan weer niet mogen worden gekopieerd).
“Wat een onzin!”, dacht Kooble B.V., een advies- en begeleidingsbureau voor bouwprojecten. Zij wilde alle NEN normen graag op haar website zetten en vroeg daarom aan de burgerlijke rechter om o.a. uit te spreken dat de NEN normen op grond van artikel 11 vrij zijn van auteursrecht. De rechtbank gaf Kooble gedeeltelijk gelijk, maar het Hof vernietigde die uitspraak weer (zie hierover nader deze blog van collega Annejet Lamme). De Hoge Raad heeft dat oordeel van het Hof nu bevestigd.
Volgens de Hoge Raad is het NNI niet bevoegd om algemeen verbindende voorschriften uit te vaardigen (klopt natuurlijk). Die bevoegdheid krijgt het NNI ook niet doordat in het Bouwbesluit en in de Woningwet naar de NEN-normen wordt verwezen. De NEN normen kunnen daarom niet worden aangemerkt als algemeen verbindende voorschriften in de zin van artikel 11 Auteurswet. Iedereen moet dus voor kopieën van de normen blijven betalen. NNI blij natuurlijk…
Voor wie zich nog afvraagt wat de Auteurswet te maken kan hebben met zoiets kleurloos als technische constructienormen nog het volgende. Natuurlijk is het zo dat het auteursrecht in beginsel alleen bescherming biedt aan werken met een eigen, oorspronkelijk karakter, die het persoonlijk stempel van de maker dragen. (Of, voor de meer Europees georiënteerden: “werken die een eigen intellectuele schepping zijn van de maker die de persoonlijkheid van deze laatste weerspiegelen”). In Nederland kennen we echter sinds jaar en dag naast de strikt auteursrechtelijke, ook de geschriftenbescherming. En in dat kader is alle geschreven tekst beschermd, hoe plat of technisch ook.
Het NNI kan gerust zijn. Haar goudmijn kan nog wel even mee.
Lex Bruinhof is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied bouwrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.