Praktijkgebieden: ICT en internetrecht
Gisteren heeft dan tenslotte ook de Hoge Raad het bevestigd: een virtueel goed kan “een goed” zijn in de zin van artikel 310 Sr.. Het wegnemen van zo'n goed (in casu een amulet uit een online rollenspel) kan daarom een veroordeling wegens diefstal opleveren. Eerder kwamen zowel de rechtbank als het Gerechtshof te Leeuwarden tot dezelfde conclusie. Nu ons hoogste rechtscollege zich over de zaak heeft uitgesproken kan de regel definitief in de leerboeken strafrecht worden opgenomen.
Ik schreef eerder over deze zaak: in 2008 toen deze voorkwam bij de rechtbank en nogmaals, in 2009, bij de behandeling door het Hof. De details van de zaak zijn daar terug te vinden. Om eerlijk te zijn dacht ik dat de zaak nu wel duidelijk was, maar de advocaat van één van de verdachten zag kennelijk toch nog brood in cassatie. (En met succes, in zoverre, dat de opgelegde straf van 160 uur dienstverlening werd teruggebracht tot 144. Dat kwam echter uitsluitend omdat behandeling van de zaak te lang geduurd had; de redelijke termijn die artikel 6, lid 1 van het EVRM eist was overschreden…).
De cassatieprocedure leverde ons in ieder geval een fraaie conclusie van de Advocaat Generaal op (te lezen direct onder de uitspraak. In zestien hoofdstukken wordt uitgebreid op de zaak ingegaan, met in het bijzonder aandacht voor de ontwikkeling van het begrip “goed” in het diefstalartikel. De AG geeft een overzicht van uitspraken van lagere en hogere rechters, waarin onder andere werd geoordeeld over het bestempelen als “goed” van elektriciteit (wel; zie ook mijn tweede blog over deze zaak), giraal geld (wel), een civiele vordering (wel), een pincode (niet), computerdata (niet) en telefoontikken (wisselend). Daarbij wordt ook rechtsvergelijkend gekeken naar de situatie in de VS, het Verenigd Koninkrijk en Duitsland.
De uitspraak van de HR zelf is inhoudelijk niet zo boeiend: het college schaart zich achter het Hof Leeuwarden met dezelfde argumenten.
Wél nog interessant: de Hoge Raad wees op dezelfde datum (dus ook gisteren) een arrest over de diefstal van belminuten en een sms-saldo. Ook deze werden (“in aanmerking genomen de functie die belminuten en sms-berichten in deze economische betekenis in het maatschappelijk verkeer vervullen”) als wegneembaar “goed” aangemerkt.
Tijd voor een nieuwe druk van de leerboeken.
Lex Bruinhof is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied ict en internetrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.